
Over blinde vinken, de vleesbereiding verkrijgbaar bij onze Vlaamse slager, weet Louis Paul Boon ons het volgende te vertellen: "Later in dit boek moeten we het over gans en kalkoen hebben, eend en fazant, haas en konijn. Het feestelijk eten dat op het verblindend witte tafellaken moet komen, tussen bloemen en brandende kaarsen, en waarop weer de stommerik saus zal morsen. Het is echter onmogelijk elke dag zo feestelijk te eten en met saus te morsen. En gelukkig maar, want voor de ganzen en kalkoenen zou het echt geen leven meer zijn. Voor moeder de vrouw trouwens nog minder, want die komt nu reeds met je beetje loon niet meer rond.
Daarom dan nog maar eens naar gehakt gegrepen. Gehakt is goedkoop vlees en goed vlees, als je een slager kent die er niet alle restjes bijdraait. En daaruit kun je dan frikandon en frikadellen te voorschijn toveren, sosijsjes en ook nog blinde vinken of vogeltjes zonder kop.
't Is over dat laatste dat we het hier moeten hebben. Blinde vinken of vogeltjes zonder kop worden op de spijskaart van het eethuis steeds verkeerd gespeld: als je de dagschotel voorgeschoteld krijgt, zie je dat het geen blinde vinken zijn, maar een blinde vink, in het enkelvoud. En gezegd zoals het is, ik heb ze liever in dubbel, want eentje is geentje.
Als je een echt goede slager kent, hoef je die vogeltjes zonder kop niet zelf te fabrikeren, maar kun je het aan zijn liefdevolle zorgen overlaten. Vertrouw je het niet helemaal, dan vraag je de helft rundsgehakt en de helft varkensgehakt. Dat moet echt, want ofwel zijn ze dan een ietsje te droog ofwel een ietsje te vet. Je moet ook een dun laagje spek hebben, en daar wikkel je een bal gehakt in, zo ongeveer de grootte van een vogel zonder kop. Daarna wikkel je dit nog eens in een heel dun lapje vlees. Dit alles binden met een dunne draad of vastmaken met een houten stekkertje. Let echter op! Als de blinde vinken op tafel komen, mag je het houten stekkertje of de draad niet mee naar binnen werken, want dat gaat je minder bevallen.
De blinde vinken in de boter op de pan braden, ze af en toe eens een duwtje geven, zodat ze zich makkelijk voelen liggen. Ondertussen je groenten bereiden. Ook hierbij mag het spinazie zijn of spruitjes, bloemkool, prinsesjes of snijboontjes. Ze liggen dan zo heerlijk blind tussen de groenten en de lekkere saus. En wat je ook eens moet proberen, in plaats van vogeltjes zonder kop: vogelnestjes! Dat is ongeeer hetzelfde, behalve dan dat het helemaal anders is. Daarover heb ik het nu meteen."
En dan gaat Boon verder. Over vogelnestjes. Onder het motto "Koken is makkelijk, maar iets lekkers voorschotelen is weer wat anders" geeft Lowieken van katoen. Zo'n 150 pagina's lang. Van 'kop of hoofdvlak' en 'rosbief' tot 'plattekaas' en 'schorseneren'. Echt de moeite en bijzonder grappig dat "Eten op zijn Vlaams" van Louis Paul Boon.
Daarom dan nog maar eens naar gehakt gegrepen. Gehakt is goedkoop vlees en goed vlees, als je een slager kent die er niet alle restjes bijdraait. En daaruit kun je dan frikandon en frikadellen te voorschijn toveren, sosijsjes en ook nog blinde vinken of vogeltjes zonder kop.
't Is over dat laatste dat we het hier moeten hebben. Blinde vinken of vogeltjes zonder kop worden op de spijskaart van het eethuis steeds verkeerd gespeld: als je de dagschotel voorgeschoteld krijgt, zie je dat het geen blinde vinken zijn, maar een blinde vink, in het enkelvoud. En gezegd zoals het is, ik heb ze liever in dubbel, want eentje is geentje.
Als je een echt goede slager kent, hoef je die vogeltjes zonder kop niet zelf te fabrikeren, maar kun je het aan zijn liefdevolle zorgen overlaten. Vertrouw je het niet helemaal, dan vraag je de helft rundsgehakt en de helft varkensgehakt. Dat moet echt, want ofwel zijn ze dan een ietsje te droog ofwel een ietsje te vet. Je moet ook een dun laagje spek hebben, en daar wikkel je een bal gehakt in, zo ongeveer de grootte van een vogel zonder kop. Daarna wikkel je dit nog eens in een heel dun lapje vlees. Dit alles binden met een dunne draad of vastmaken met een houten stekkertje. Let echter op! Als de blinde vinken op tafel komen, mag je het houten stekkertje of de draad niet mee naar binnen werken, want dat gaat je minder bevallen.
De blinde vinken in de boter op de pan braden, ze af en toe eens een duwtje geven, zodat ze zich makkelijk voelen liggen. Ondertussen je groenten bereiden. Ook hierbij mag het spinazie zijn of spruitjes, bloemkool, prinsesjes of snijboontjes. Ze liggen dan zo heerlijk blind tussen de groenten en de lekkere saus. En wat je ook eens moet proberen, in plaats van vogeltjes zonder kop: vogelnestjes! Dat is ongeeer hetzelfde, behalve dan dat het helemaal anders is. Daarover heb ik het nu meteen."
En dan gaat Boon verder. Over vogelnestjes. Onder het motto "Koken is makkelijk, maar iets lekkers voorschotelen is weer wat anders" geeft Lowieken van katoen. Zo'n 150 pagina's lang. Van 'kop of hoofdvlak' en 'rosbief' tot 'plattekaas' en 'schorseneren'. Echt de moeite en bijzonder grappig dat "Eten op zijn Vlaams" van Louis Paul Boon.
Reacties