Doorgaan naar hoofdcontent

Edgar Hilsenrath leest, als goede Duitser, de laatste van Jonathan Littell.

Of de negatieve ontvangst, van het in 2006 met de Prix Goncourt bekroonde boek 'Les Bienveillantes', door de Duitse literaire kritiek hem pijn deed, reageerde Jonathan Littell, auteur van dit door de ogen van Obersturmbahnführer Max Aue geschreven verslag van de eigen uitgevoerde gruwelijkheden tussen 1941 en 1945, in een oud Knack-interview als volgt: "Nee, helemaal niet. De grote kwaliteit van de Duitse recensies - ook als ze vernietigend waren - heeft me verrast. De argumenten waren meestal dom, maar ze hebben zich moeite getroost. Ze hebben het boek tenminste helemaal gelezen, terwijl de Franse critici het alleen maar doorbladerd hebben. Ik vond het alleen maar zonderling dat een criticus mijn Jodendom zo beklemtoonde en dat hij het associeerde met kitsch en pornografie. Want juist in Duitsland is die associatie een oud cliché." En over dat helemaal door Duitse recensenten gelezen boek liet Edgar Hilsenrath zich enkele weken later in diezelfde Knackse periodiek de volgende uitspraak ontvallen: "Ik ben zonder meer de eerste schrijver die vanuit het perspectief van de daders schreef, en níét Jonathan Littell, zoals nu zo vaak wordt beweerd. Ik heb 'Les Bienveillantes' gelezen. Dat is geen roman. Voor mij is het een uitstekend gedocumenteerde, maar uit de hand gelopen reportage die niet eens zo goed geschreven is. Littells boek is veel te dik, de helft kan eruit. Ik heb het eigenlijk niet graag gelezen. Alleen de laatste hoofdstukken, waarin het zielenleven van de massamoordenaar aan bod komt, vind ik literair wel heel geslaagd. Maar ik zou dat boek nooit helemaal uitgelezen hebben als men er niet zo op aangedrongen had om er mijn mening over te geven." En dan houd ik nu op verder reclame te maken voor de schrijver Hilsenrath. 'Het Andere Boek'... is dat niet de nieuwe van Alberto Manguel? De 'Knack'... waren dat niet die gasten van de legendarische zinnen "(...) Such a dirty mind. Always get it up for the touch of the younger kind. My my my Sharona. (...)" uit het liedje 'My Sharona'?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...