Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (2).

* "Dit is geen werk dat ik aan iedereen zou aanraden; maar wie 894 bladzijden lang (professor Vermeersch las dus duidelijk de oorspronkelijke versie van het boek en kan, in al zijn Vermeerschheid, niet nalaten dit gegeven toch aan de lezer mee te geven) het oostfront en de Shoah meebeleeft met een volstrekt cynische figuur die zowel kille waarnemer als mededader is, houdt er iets aan over. Men begint zich bang af te vragen (remember Primo Levi): is dat nu een mens? Is dat misschien de mens? Volstaan fanatisme, ambitie, koele berekening en een welbepaalde context om extreme wreedaardigheid bij daders, en mateloos lijden bij slachtoffers tot een alledaags fait divers te herleiden (gedane verschrikkingen maken van professor Vermeersch een warme minnaar)? De hoofdfiguur, Max Aue, tegelijk de verteller, is een hoge SS-officier die de gebeurtenissen tijdens de oorlog vanuit een bevoorrechte positie kan volgen. Met zijn scherpe intelligentie doorgrondt hij mensen en situaties. De afwezigheid van enig moreel aanvoelen of medelijden laat hem toe afgrijselijke gebeurtenissen op een afstandelijke wijze te beschrijven.
Een historicus die een zo neutraal en indringend verslag van de massamoord op de Joden van Kiev zou brengen, loopt het gevaar van gevoelskilte verdacht te worden (arme professor Ver-meersch). Maar hier kan dat, want het boek is een roman (de professor herpakt zich). Tegenover de 'objectiviteit' in zijn beschrijving van de gruwelen staat dat Max Aue zelf een getormenteerde figuur is, met een complex incestueus en homoseksueel driftleven."

(De Standaard, 14/11/2008, professor, én meest invloedrijke intellectueel van Vlaanderen, Etienne Vermeersch in zijn commentaarstuk over de controversiële roman 'De welwillenden', heden in schappen van Vlaamse boekenwinkels, van Jonathan Littell)


* "De nacht, een zoele, van starren tintelende zomernacht, daalde nu rasser over de aarde neer. Alleen in 't westen bleef nog, van de zonsondergang, een lage, blonde streep over, waarop het vluchtend meisje wanhopig haar ogen vestigde, als om die schim van daglicht langer te weerhouden. De nog rechtstaande korens werden in geheimvolle duisternis gedompeld; de reeds afgeoogste, in schoven vergaard, stonden in lange rijen, als ontelbare, omstrengelde gestalten, op de naakte stoppelvelden. De krekels zongen schel in 't gras, maar zwegen op haar doortocht. De hoge bomen en de dichte elzekanten om haar heen, tekenden zich in zware, sombere massa's tegen de donkerblauwe hemel af. De dauw bevochtigde haar voeten. Zij werd bang, zij stapte angstiger, met nog versnelde tred vooruit en in de somberheid van de nacht, welke de verre lichtjes van de omringende hoeven hier en daar met glanspunten doorspikkelden, wist ze niet meer op welke plaats ze zich bevond, herkende zij dat oord niet meer, waarvan de minste bijzonderheden haar overdag zo familiair waren. Een wilgetronk, aan de oever van de sloot, hield haar pal stil, hijgend en met vergrote ogen staan. School daar geen massagestalte achter? De gestalte van Balduk? Zij slaakte een kreet en vluchtte weg in 't land; zij struikelde in een voor en viel op haar knieën neer. - Och God! Och God! riep zij. En weder sprong zij recht en holde verder."

(Buysse, C., Het recht van de sterkste, 1967, Heideland-Orbis, p. 36-37)


* "Een denker moet te denken geven, geen waarheid dicteren. Als een waarheid te vaak herhaald wordt, dan dreigt die tot een dogma te ontsporen. De waarheid móét een vraag zijn. Zodra ze naar een antwoord neigt, wordt het gevaarlijk. Daarom: ook God is een vraag. Alle religieuze teksten zijn vragen. Dat moeten we beseffen. En dat is mijn doel: dat we elkaar, in deze mondiale tijden, vinden in de vragen. Dat de vraagstelling harmonieus klinkt. We mogen het oneens zijn over het antwoord, dat is niet belangrijk. Maar de vragen verenigen ons. En dat zijn we uit het oog verloren."

(Knack, 12/11/2008, Frans linguïst, filosoof en 'nouveau penseur islamique' Rachid Benzine over de interpretatie van religieuze teksten)


* "Het geheel lijkt nog het meest op een collage, die met wat knip- en plakwerk in elkaar is gefröbeld. Dorre historische en filosofische passages, die zo uit een naslagwerk geplukt lijken, worden afgewisseld met de weerzinwekkendste scènes. De slachtingen worden tot in de gruwelijkste details beschreven en het bloed, het sperma, de excrementen en het braaksel spatten van de pagina's.
Literair stelt de roman geen donder voor, en dat is geen wonder, want deze twaalfhonderd bladzijden (!... mevrouw Arijs is wel een héél snelle lezer) zijn in amper vier maanden bij elkaar geschreven. De stijl is schraal, het taalgebruik banaal. De accumulatie van gruweldaden, de wijdlopige beschrijvingen en de eindeloze aaneenschakeling van feiten en feitjes maken de lectuur van deze turf tot een ware uitputtingsslag. Vandaar dat zijn inlevingsoefening als een baksteen op de maag blijft liggen."

(De Standaard, 14/11/2008, critica en literair vertaalster Marijke Arijs in haar commentaarstuk over de controversiële roman 'De welwillenden', heden in schappen van Vlaamse boekenwinkels, van Jonathan Littell)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...