Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (3).

* "Vorig jaar werd Helmut Schmidt tot de 'beste oud-bondskanselier' gekozen en door de lezers van een jongerentijdschrift werd de bejaarde voormalige 'grote muil' tot coolste man van de Bondsrepubliek gekozen. 'Schmidt Schnauze' was zijn bijnaam in jongere jaren toen hij in het etaleren van zijn oratorisch talent voor de conservatieve tegenstanders in het parlement weer eens zijn 'muil' wat te ver had opengetrokken."

(De Morgen, 13/12/2008, artikel waarin het waarom wordt uitgelegd van de in Duitsland naar ongekende hoogten stijgende populariteit van de negentigjarige ex-kanselier Helmut Schmidt)


* "Ik haal nu nog even snel enkele lichtbeelden in."

(Nottebohmlezing 'Het naoorlogse literaire klimaat in België: een atmosfeer van heropbouw, (voor)oorlogse herinneringen met op de achtergrond een verkillende koude oorlog (1945-1950)', 14/12/2008, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen, kunsthistoricus Jacques Lust tegen zijn half ingedommeld publiek toen hij tot de vaststelling kwam dat hij sneller voorlas dan lichtbeelden schoot)


* "Het wordt de hoogste tijd dat we terroristen herleiden tot wat ze echt zijn: moordenaars en criminelen. Mensen haten je als je dat als intellectueel zegt, want de voornaamste rol van een academicus of intellectueel is om de dingen complex te maken. Hoe meer je het beeld vertroebelt, hoe beter. Blijkbaar is het de taak van de intellectueel om zaken als terrorisme te herleiden tot een grijze brij. Wie zoals ik stelt dat die kerels gewoon dommekloten zijn, is een hond in het kegelspel. (...) 'De Bezetenen' van Fjodor Dostojevski vertelt het verhaal van de terroristische nihilisten van Sergei Nechajev. In zijn roman beschrijft Dostojevski de grotere maatschappij waarin ze actief zijn. Alle slimmerds, van de rechters tot de weldenkende en welvarende dames, staan aan Nechajevs kant. Tijdens het theedrinken fezelen de dames tegen elkaar: 'Prachtig toch wat die kerels willen bereiken. Jammer dat ze niet goed begrepen worden.' Diezelfde houding trof je ook aan in Duitsland tijdens de terreur van de Rote Armee Fraktion. In die periode was ik in Berlijn om research te doen voor mijn doctoraalscriptie. Ik huurde een flat van vage, gefortuneerde kennissen, die zeer sympathiek stonden tegenover de terroristen van de RAF. In de flat onder die van mij hebben ze lange tijd een koppel gehuisvest dat actief was in de Baader-Meinhofgroep. Mijn huisbaas - een kaviaarsocialist - was er erg trots op dat hij dat soort mensen onderdak verleende. In rijke linkse kringen golden RAF-terroristen als een statussymbool."

(Knack, 10/12/2008, artikel waarin publicist en historicus Michael Burleigh wordt geïnterviewd naar aanleiding van zijn nieuwe boek 'Blood & Rage: a cultural history of terrorism', over de geschiedenis van terrorisme, van de negentiende-eeuwse anarchisten tot de handlangers van Osama Bin Laden)


* "Mathijssen is een manipulator, maar toegespitst op het beperkte denkvermogen van de gemiddelde voetballer komt hij daar makkelijk mee weg. In elke andere sport mag een coach met die loze praatjes binnen de kortste keren streepjes zetten of de drinkflessen vullen."

(De Morgen, 13/12/2008, columnist Hans Vandeweghe in een flaterend portret over de altijd sympathieke en autistische Club Brugge-coach Jacky Mathijssen)


* "Er was in zijn leven nog een doel overgebleven dat de moeite waard was, leven met zijn ogen, zijn oren en zijn neus, niets meer doen, niets meer willen bereiken, maar dan ook werkelijk in ernst en niet als excuus voor een mislukte onderneming. Geld had hij genoeg, had hij misschien altijd wel te veel gehad."

(De onovertroffene der Nederlandse letteren W.F. Hermans in zijn 'De tranen der acacia's', ergens dobberend tussen de honderdenderde en de honderdenvijfde pagina)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...