Doorgaan naar hoofdcontent

Het leven, niets dan het leven: Cyriel Buysse & zijn tijd (deel III).


Lees ik het goed, hoor ik het duidelijk? Bij monde van Vlaanderens meest gewetensloze existentialist Jan Leyers werd de kijker in de volgende 'Iets met boeken', die van aanstaande zondag 07 december, het bezoek van mijnheer van Parys beloofd. Kloppen deze geruchten? Ik schuif die laatste sowieso opzij en ga op het einde van volgend weekend op zoek naar de meest sneeuwloze ontvangst op mijn tweede teeveepost. Indien het toch valse beloftes betreffen. Tja, dan ga ik aanstaande maandag de ganse dag staan blèten aan het graf van Cyriel Buysse. Hier, aan de achterkant van mijn veranda, op de Gentse Westerbegraafplaats. Om me dan des avonds te kunnen baden in de woorden van (rv), Humo's dwarskijker, over het ooit zo roemrijke verleden van het reeds lange tijd ter ziele gegane boekenprogramma 'Iets met boeken': "(...) Alsof een openbare omroep zónder boekenprogramma de hele plaatselijke beschaving op losse schroeven zet, alsof een boekenprogramma vanzelf het algemene kwaliteitsniveau van de televisie zou ophijsen. Ik ken ze wel, die eeuwige zeurpieten, want ik heb ze vaak genoeg ontlopen op boekpresentaties. Meestal zijn het lui die er doordeweeks én in het weekend prat op gaan dat ze zelden of nooit naar de televisie kijken, omdat ze, met een designbril op, liever zitten te lezen dan dat ze hun tijd vergooien aan gewemel op het plasma- of lcd-scherm. In ieder geval hebben ze, onder het zeuren om een boekenprogramma, nog nooit bewezen dat ze van televisie houden. Volgens mij excelleren ze vooral in oubollige minachting voor het wondere massamedium. (...)"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...