Doorgaan naar hoofdcontent

Emmanuel de Bom en Clara Gaesch: een tragische liefdesgeschiedenis.

"Daarna de kennismaking met de jongeman. Zij was reeds lang ontnuchterd, niet meer vatbaar voor jongemeisjes-begoochelingen. Maar de passies waren in haar niet uitgedoofd en hij had alle hoop in haar opnieuw doen opvlammen. O nog eens geheel lief te hebben, zich geheel en al te geven, aan een man die sterk genoeg zou wezen haar op te heffen, te koesteren en te doen herbloeien - een nieuw leven! Maar 't mocht niet zijn. Dat eerste gevoel was weg en kwam nooit meer terug; 't was haar of zij thans schier meer voelde als een moeder dan als een minnares, en in haar hartstocht mengde zich een zeker verwonderd medelijden om dat onbesuisd zich opofferende jonge leven. Zij had beproefd tot hem op te zien als tot een meerdere, maar het kon niet; hij was voor haar altijd min of meer een niet geheel ontnuchterde jongen, die maar scheen te handelen in een onbewuste vlaag, als moest het spoedig eindigen. Toch was hij haar lief, en, had hij slechts gewild, de tijd had hen wellicht nauwer verbonden, hem meer tot een man, haar meer tot zijn vrouw gemaakt. Maar zij had van eerst af het onbepaalde, het tijdelijke van hun verhouding gevoeld..."
In 1898 verschijnt van de hand van Emmanuel de Bom het geschrift 'Wrakken'. Deze korte roman beschrijft het zieleleven van drie personages, de student-musicus Richard Koenen, het ontspoorde barmeisje Elly en de Deense matroos William Breede, in het decor van het Antwerpse Schipperskwartier. De weinig zelfzekere Richard Koenen wil weg uit de benepenheid van zijn kleinburgerlijke thuis. Zijn omgang met Elly moet hem hierbij helpen. Maar ook zij zit vol innerlijke twijfels die haar de uitbouw van een eigen, volwassen leven niet vergemakkelijken. Maar dan komt de matroos William Breede, met zijn 'Valdemar', de Antwerpse haven binnengevaren. Zonder na te denken, en om aan zijn zwervend bestaan een einde te maken, doet hij Elly een huwelijksaanzoek. Opnieuw doet de besluiteloosheid haar intrede. Een hopeloze driehoeksverhouding is het gevolg. De 'Valdemar' vaart uiteindelijk weer de haven uit, Elly werpt haar gekregen ring het water in en de roman loopt uit op een uitzichtloos, open einde.


Emmanuel de Bom, oud-hoofdbibliothecaris van de stadsbibliotheek van Antwerpen en medeoprichter van de tijdschriften Van nu en straks en Vlaanderen, portretteert in het sobere, maar in suggestieve stijl geschreven, 'Wrakken' maar al graag de psychologie van zijn drie hoofdpersonages. En waarom dat zo is, doet professor Willekens, in zijn voorwoord bij de vierde druk van deze roman, heel onthullend uit de doeken: "Emmanuel de Bom heeft bovendien zichzelf geprojecteerd in het fictieve personage Richard Koenen, het ik werd voorgesteld als een hij. Het is wel langzamerhand geen geheim meer dat de jonge bibliotheekambtenaar Emmanuel de Bom in 1891, in een lokaal aan het Schipperskwartier een Duits meisje uit Königsberg ontmoette, Clara Gaesch, op wie hij spoedig verliefd werd. Tot groot ongenoegen van zijn familie die de verhouding als hoogst ongepast aanzag, en op den duur ook tot ongenoegen van zijn vriend en vertrouweling uit Brussel, August Vermeylen, die hem in een hopeloos avontuur 'sans lendemain' zag verzeilen. Het was niet eens nodig dat de verwanten het meisje over de grens lieten zetten, de verhouding bood sinds lang geen uitzicht meer, al ging de Bom deze Dulcinea nog naar Keulen achternareizen. Een jeugdavontuur dat hem nog jaren obsedeerde en dat hem een hevige gemoedscrisis deed doormaken. Er ging heel wat tijd overheen vooraleer de Bom overging tot de publikatie van de literaire neerslag van het avontuur dat hem zo diep beroerde. Voor de bevoorrechte tijdgenoten zal 'Wrakken' wel doorzichtig genoeg geweest zijn, al hebben ze misschien niet vermoed hoe moeilijk de wonde genas, ook al is de Bom dan in 1901 getrouwd met Nora Aulit. Aan de gemoedscrisis die in het boek zo overtuigend en authentiek weergegeven wordt, is niets fictiefs, een licht-gecamoufleerde therapeutische schriftuur, ook al was dat woord toen nog niet in zwang. 'Ein Schmerz ist feiner und verwundet tiefer als alle andern: der Schmerz der Liebe, dass sie zugleich Glück und Schmerz ist. Der Dichter scheint dazu bestimmt, auch in ihr vor allem den Schmerz zu erfahren.' Aldus getuigt Walter Muschg in zijn Tragische Literaturgeschichte. Voor die vaststelling is de Boms jeugd een voorbeeld onder vele."
Maurice Gilliams, die andere vergeten Vlaamse autobiografische auteur, schrijft in 1938 over de roman 'Wrakken' van zijn goede vriend Mane de Bom het volgende: "Bij wijlen is de uitbeelding van het meisje Elly dieper aangevoeld dan die van haar vriend, al beziet de jonge Emmanuël De Bom hare figuur wel eens met door deernis verblinde oogen. Er is een parfum van droeve, lokkende vrouwelijkheid om haar heen. Waarschijnlijk verwacht zij veeleer de echtgenoot dan dat zij de man verlangt; maar aan het einde weet men niet of zij reeds met een illuziebeeld tevreden is. Want ook zij heeft het oneindig weemoedige gevoel: ‘dat alles in dit leven onvermijdelijk is.'"
Omdat dit geschrift nooit echt het begin is geweest van een betekenisvol literair oeuvre kent of leest niemand vandaag deze psychologische stadsroman nog. Het gegeven dat de Bom dit alles schreef toen hij amper dertig jaar oud was, maakt dit boek des te interessanter. De vraag wat de Bom toen belette om zich verder toe te leggen op zijn 'scheppend proza' blijft tot op heden één groot raadsel. Zijn journalistieke en bibliothecaire (neven)activiteiten zijn slechts een deel van het antwoord.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...