
In 1898 verschijnt van de hand van Emmanuel de Bom het geschrift 'Wrakken'. Deze korte roman beschrijft het zieleleven van drie personages, de student-musicus Richard Koenen, het ontspoorde barmeisje Elly en de Deense matroos William Breede, in het decor van het Antwerpse Schipperskwartier. De weinig zelfzekere Richard Koenen wil weg uit de benepenheid van zijn kleinburgerlijke thuis. Zijn omgang met Elly moet hem hierbij helpen. Maar ook zij zit vol innerlijke twijfels die haar de uitbouw van een eigen, volwassen leven niet vergemakkelijken. Maar dan komt de matroos William Breede, met zijn 'Valdemar', de Antwerpse haven binnengevaren. Zonder na te denken, en om aan zijn zwervend bestaan een einde te maken, doet hij Elly een huwelijksaanzoek. Opnieuw doet de besluiteloosheid haar intrede. Een hopeloze driehoeksverhouding is het gevolg. De 'Valdemar' vaart uiteindelijk weer de haven uit, Elly werpt haar gekregen ring het water in en de roman loopt uit op een uitzichtloos, open einde.

Emmanuel de Bom, oud-hoofdbibliothecaris van de stadsbibliotheek van Antwerpen en medeoprichter van de tijdschriften Van nu en straks en Vlaanderen, portretteert in het sobere, maar in suggestieve stijl geschreven, 'Wrakken' maar al graag de psychologie van zijn drie hoofdpersonages. En waarom dat zo is, doet professor Willekens, in zijn voorwoord bij de vierde druk van deze roman, heel onthullend uit de doeken: "Emmanuel de Bom heeft bovendien zichzelf geprojecteerd in het fictieve personage Richard Koenen, het ik werd voorgesteld als een hij. Het is wel langzamerhand geen geheim meer dat de jonge bibliotheekambtenaar Emmanuel de Bom in 1891, in een lokaal aan het Schipperskwartier een Duits meisje uit Königsberg ontmoette, Clara Gaesch, op wie hij spoedig verliefd werd. Tot groot ongenoegen van zijn familie die de verhouding als hoogst ongepast aanzag, en op den duur ook tot ongenoegen van zijn vriend en vertrouweling uit Brussel, August Vermeylen, die hem in een hopeloos avontuur 'sans lendemain' zag verzeilen. Het was niet eens nodig dat de verwanten het meisje over de grens lieten zetten, de verhouding bood sinds lang geen uitzicht meer, al ging de Bom deze Dulcinea nog naar Keulen achternareizen. Een jeugdavontuur dat hem nog jaren obsedeerde en dat hem een hevige gemoedscrisis deed doormaken. Er ging heel wat tijd overheen vooraleer de Bom overging tot de publikatie van de literaire neerslag van het avontuur dat hem zo diep beroerde. Voor de bevoorrechte tijdgenoten zal 'Wrakken' wel doorzichtig genoeg geweest zijn, al hebben ze misschien niet vermoed hoe moeilijk de wonde genas, ook al is de Bom dan in 1901 getrouwd met Nora Aulit. Aan de gemoedscrisis die in het boek zo overtuigend en authentiek weergegeven wordt, is niets fictiefs, een licht-gecamoufleerde therapeutische schriftuur, ook al was dat woord toen nog niet in zwang. 'Ein Schmerz ist feiner und verwundet tiefer als alle andern: der Schmerz der Liebe, dass sie zugleich Glück und Schmerz ist. Der Dichter scheint dazu bestimmt, auch in ihr vor allem den Schmerz zu erfahren.' Aldus getuigt Walter Muschg in zijn Tragische Literaturgeschichte. Voor die vaststelling is de Boms jeugd een voorbeeld onder vele."
Maurice Gilliams, die andere vergeten Vlaamse autobiografische auteur, schrijft in 1938 over de roman 'Wrakken' van zijn goede vriend Mane de Bom het volgende: "Bij wijlen is de uitbeelding van het meisje Elly dieper aangevoeld dan die van haar vriend, al beziet de jonge Emmanuël De Bom hare figuur wel eens met door deernis verblinde oogen. Er is een parfum van droeve, lokkende vrouwelijkheid om haar heen. Waarschijnlijk verwacht zij veeleer de echtgenoot dan dat zij de man verlangt; maar aan het einde weet men niet of zij reeds met een illuziebeeld tevreden is. Want ook zij heeft het oneindig weemoedige gevoel: ‘dat alles in dit leven onvermijdelijk is.'"
Omdat dit geschrift nooit echt het begin is geweest van een betekenisvol literair oeuvre kent of leest niemand vandaag deze psychologische stadsroman nog. Het gegeven dat de Bom dit alles schreef toen hij amper dertig jaar oud was, maakt dit boek des te interessanter. De vraag wat de Bom toen belette om zich verder toe te leggen op zijn 'scheppend proza' blijft tot op heden één groot raadsel. Zijn journalistieke en bibliothecaire (neven)activiteiten zijn slechts een deel van het antwoord.
Reacties