Doorgaan naar hoofdcontent

Es war damals in der Lange Munt in Nevele...

Op 20 september 1859 werd in de Oost-Vlaamse republiek Nevele ene Cyrillus Gustave Emile Buysse geboren. Ongeveer twee maanden later, op 22 november 1859 om precies te zijn, kreeg de zonderling Charles Robert Darwin, aan de andere kant van het Kanaal op anderhalve meter van het raam van zijn huis geposteerd en gezeten in zijn dieprood gekleurde sofa en als gevolg van de achterklap onder zijn huishoudsters tijdens de theepauze, gehoor van de geboorte van deze allerschoonste Nevelaar. Prompt, na jaren van eindeloze twijfel met een uit zijn zetel barstend zittend gat als gevolg, kon de verschijning van het weinig baanbrekende en door natuurwetenschappers tot op de dag van vandaag fel bekritiseerde pulp-pamflet 'On the Origin of Species' niet snel genoeg geschieden. Charles belde terstond naar zijn uitgever en weinige dagen later waren de eerste duizend exemplaren van dit schotschrift jegens de mensheid al snel uitverkocht.
De pasgeboren Cyriel trok zich daar voorlopig, en ook een heel klein beetje wegens zuigling zijnde, nog niks van aan, draaide zich in de wieg op heel ongemakkelijke wijze op de buik, kreeg à la minute nog slechts weinig adem en begon toen luidkeels te huilen. De ontblote linkerborst van Maria Loveling, zijn ver buiten de grenzen van Nevele als lieftallig bekend staande moeder die door het gehuil van de maandling naar de babykamer werd gelokt, bood de kleine Cyriel weldra heel wat melkwitte, verfrissende troost. Baby Cyriel doofde onmiddellijk de huilspieren. Terwijl tegelijkertijd in Engeland een woeste Charles in samenspraak met zijn uitgever, en omdat hij dacht dat de belangwekkende geboorte van één der toekomende Vlaamse grootmeesters van het papier zovele jaren later door de kermismolen van onze aanleg tot alsmaar gedenken en herdenken al te veel aandacht zou kunnen krijgen, al snel overging tot een tweede druk van zijn evolutieleer. Een héél vooruitziend manneke, die Charles.
In Nevele diende de kleine Cyriel daarentegen nog hoogstpersoonlijk aan de eigen geleidelijke groei te beginnen. Tijd had dat vlezige ventje wel. Want er lagen nog een hoop te schrijven boeken in het verschiet. Zijn schrijftalent kon niet snel genoeg uit die kleine, dikke vingertjes. En het verhaal deed bovendien toen al de ronde dat de pasgeboren Buysse met het rechterhandje naar de uit de blouse van mama's stekende tepel reikte, al greep hij later zovele malen naar zijn eigen schrijfpen. Dat dat zogen maar een beetje vooruitging, hoorde je de kleine stilletjes denken.
Daarom, en ter herdenking van deze wonderbaarlijke geboorte, loopt in de Gentse openbare bibliotheek aan het Zuid nog tot 28 februari de mooie fototentoonstelling getiteld: "Mijnheer Cyriel". Nog dieper in februari vinden, in dezelfde bibliotheek en ter ere van dezelfde auteur, ook nog drie lezingen en één theatervoorstelling plaats. Gaat dat alles allen kosteloos zien!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...