Doorgaan naar hoofdcontent

Hoezo Gerrit Krol géén aforist?

Over de mogelijkheid. Mogelijk is alles wat buiten onze kennis ligt, want terwijl onze kennis kan onderscheiden tussen wat waar en onwaar is, is wat mogelijk is noch het een noch het ander. Mogelijk is bijvoorbeeld alles wat niet genoemd wordt, want zolang het niet genoemd wordt kan het niet worden onderscheiden. Mogelijk is in het algemeen datgene waarvan we niet weten of het gebeurt of niet. Maar ook wat er gebeurt is, aangezien het gebeurt, zeker mogelijk.

Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar geschiedenis van de psychologie en als onderzoeker verbonden aan het Archief- en Documentatiecentrum Nederlandse Psychologie, verzorgt het voorwoord bij Krolwijzer. Een handig in zakformaat gegoten rood bijbeltje boordevol 'aforismen' uit de pen van de als wiskundige opgeleide Nederlandse schrijver en dichter Gerrit Krol. Nou ja, 'aforismen' is, volgens diezelfde Douwe Draaisma, misschien niet de juist gekozen term. Getuige daarvan dit stukje uit zijn inleiding bij dit bundeltje: "Bij een aforisme markeert de punt aan het eind ook het einde van de gedachte. Een aforist zet de zinnen van meet af aan achter de tralies, ze zijn bij wijze van spreken in gevangenschap geboren, niet bestemd om zich ooit in de vrije natuur te bewegen. De zinnen van Krol zijn stuk voor stuk gestrikt en gevangen in het wild van een roman, een verhaal of een column, ze komen uit dialogen of innerlijke monologen, ze zijn uit hun biotoop gehaald en even apart gezet. Het wonderlijke is: daar kunnen ze tegen. Misschien is dat omdat Krol ze om te beginnen zelf al vaak tussen witregels geklemd had, alsof ze heel even stilgezet moesten worden en dat daarna het denken pas weer verderging. Een witregel zet geen punt, is eerder het teken voor een maat rust."


Voer voor discussie. Feit is: een mens dient verplicht dit kleine ding voortdurend op zak te hebben. Net als de identiteitskaart en de huissleutels. Al was het maar om mee te suffen, lees: vooruit te gaan, op de vederachtige vluchtigheid van de door Krol bewaarde en gebundelde invallen. Snel aanschaffen dus!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...