Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (7).

* "Op de dag van de opening van Expo 58 kwam ik schrijver-dichter Gaston Burssens en zijn jonge vrouw tegen. In de Beurs van Amsterdam in Aalst bestelde hij voor het inmiddels aange-groeide gezelschap een gastronomisch menu. Er was van alles veel te veel, en Burssens liet wat over was netjes op een schotel schikken. Toen moest ik hem met zijn vrouw en de schotel naar Louis voeren. Ze lagen daar al te slapen, maar Burssens maakte zoveel kabaal dat Jeanneke kwam kijken. Ze maakte Louis wakker, en toen is er nog uitbundig gefeest. Er was daar ook een jongetje van een jaar of acht, dat verveeld naar die zatte bende zat te kijken. Louis zei: "Gij zit u hier zeker te verdrieten, jongen? Hier zie, ik heb hier nog wat schoon boekskes." En hij gaf de jongen zijn Feminatheek."

(Knack, 18/03/2009, Paul 'Polleken' Van den Abeele, in 1947 op achttienjarige leeftijd fotograaf bij de krant De Standaard, stelt nog tot aanstaande zaterdag in het Stedelijk Museum Aalst zijn fotografische herinneringen aan Louis Paul Boon tentoon)


* "In Europa van Geert Mak. Toont het kronkelige, soms bloedige pad van een eeuw Europa en leert ons twee lessen: Europa is onze toekomst en een sterk Europa kan alleen maar een liberaal Europa zijn."

(Het antwoord van Bart Somers op de vraag welk boek hij iedereen zou aanraden. Blauwe Bart, hilarische Bart, altijd-aan-het-liberalisme-likkende-Bart. Graag een openslaanverbod voor deze man tot gelijk nog welk boek.)


* "Volgens het spookachtige rode schijnsel van de klok was het tien over vier. Onregelmatige maaltijden en een vreemde omgeving, een plotseling gedaalde bloedsuikerspiegel, een door slaap versufte frontale cortex, oeroude, fysiologische cycli die verband hielden met het draaien van de aarde: het bekende chemische proces dat ten grondslag lag aan iedere donkere nacht van de ziel. Weber sloot zijn ogen weer en probeerde zijn polsslag omlaag te krijgen, de wilde hersenspinsels van die nacht uit zijn hoofd te verjagen. Hij deed zijn best om zich voor te stellen waar hij was en met behulp van zijn ademhaling tot rust te komen, maar steeds weer keerde hij terug bij een waslijst van wazige aanklachten. Pas om half vijf kon hij het gevoel benoemen dat hem dwars zat: schaamte."

(Gerald Weber, New Yorkse neuropsycholoog én hoofdpersonage in het fantastische De echomaker - Richard Powers' laatste roman -, kan op bladzijde 189 in de Nederlandse vertaling van dit boek de slaap niet vatten. Beter nog: hij schrikt wakker uit een droom. Net als Somers, lijdend aan acute vlagen van beroepsmisvorming. Maar dan van een veel interessantere, politiek kleurloze aard: die van de menselijke hersengebieden.)


* "Hij vond dat gebrek aan erkenning verschrikkelijk. Toen we naar De Nachten vertrokken, had hij een hele grote zak bij zich. "Wat zit daar nu weer in?" vroeg ik. Cadeaus en boeken, zei hij, om aan iedereen uit te delen. Hij wou zo graag dat ze hem lazen. Kon best ook ijdel zijn. En afgeven op mensen die die erkenning wél kregen: op Hugo Claus, of op al die schrijvers die in het stadhuis ontvangen werden. Terwijl hij zat te verkommeren in zijn OCMW-kot. Uren kon hij dan fulmineren op Patrick Janssens. Riep dat hij voor het Vlaams Belang zou stemmen. Hij zei dat alleen maar om mij uit te dagen. Hij zou dat nooit doen, was honderd keer intelligenter. Maar dat was de oppositie. Hij gruwde van de marketing van Janssens. Ik denk soms: nu hij dood is, is het veel gemakkelijker om Jean-Marie te promoten."

(Knack, 04/03/2009, Kristien De Proost haalt in een geschreven portret herinneringen op aan J.M.H. Berckmans, bij leven apostel van Barakstad, waarvoor ze vaak inspireerde)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...