
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.
In 1954 nam Michel Van der Plas dit Bomans-versje op in de bloemlezing Ongerijmde Rijmen. Vierentwintig jaar later, in 1978, kwam de zin 'Ich möchte gern zwei kleine Hunde sein und miteinander spielen' van de Oostenrijkse schrijver Friedrich Torberg (1908-1979) boven water. Eén die verdacht veel leek op de slotregels uit Bomans' beroemde vers. Plagiaat! Nee, veel erger nog: mystificatie. Want wat bleek? Van der Plas liet in 1992 aan de verzamelde literaire pers weten dat niet Bomans maar hij zelf de auteur was van dat onvervangbare, wereldberoemde versje. Van der Plas had er, als geslepen mystificateur, doodleuk Bomans' naam onder gezet. De bloemlezing zou dan immers nog beter verkopen. Dubbel schandaal en een nog geslepener Van der Plas!
Deze anekdote komt uit het fijne boekje 'Opmars der plagiatoren: handleiding voor de praktijk' van wijlen Hans van Straten. Bij leven: journalist, biograaf en lezer.
Reacties
Bedankt voor de link trouwens.
You aar welkom!