
Spoorreis. Negatief leven. Twee reizigers zitten tegenover mij in de coupé: een heel dikke en heel magere. De dikke ziet er uit alsof hij aldoor te veel at en dronk en de magere ziet er uit alsof hij nooit genoeg at en dronk. De dikke praat en de magere luistert. Hij praat over allerlei lekkers van eten en drinken; en, terwijl hij daar vóór mij zit, smullend als 't ware van zijn eigen woorden, komt mij een grappig verhaal in 't geheugen, dat mij destijds, meer dan eens, door een allergrappigsten oom van mij werd verteld.
Die oom kon overdrijven, negentig percent! Maar hij deed het zó geestig, dat je toch geboeid bleef en alles maar slikte. Hij vertelde van koning Lodewijk de Achttiende tijdens zijn verblijf te Gent na de ontsnapping van Napoleon uit het eiland Elba.
Lodewijk de Achttiende was een buitengewoon zwaarlijvig man en een berucht eter en drinker. Hij was zó dikbuikig, dat men een halve maan uit zijn eettafel had moeten zagen om hem met het nodige gemak zijn spijzen en dranken te laten bereiken.
Zijn maaltijd was telkens een soort rituele, plechtige gebeurtenis. Een schotel werd opgediend en een hofmeester naderde tot den monarch met een presenteerblad waarop zeven volle glazen stonden en vroeg:
"De quel vin Sa Majesté Très Chrétienne boira-t-Elle aujourd'hui avec ce plat?"
Lodewijk ledigde aandachtig 't een na 't ander al de zeven glazen, bedacht zich een ogenblik, antwoordde eindelijk, naar een der glazen wijzend, en in 't vlaams, beweerde mijn grappige oom:
"Van den dienen!"
En 'van den dienen' werd geschonken tot hij er genoeg van had.
Het rituaal der zeven volle glazen en de daaraan verbonden keuze werd herhaald bij elken schotel met de daarbij passende wijnen, beweerde steeds verder mijn grappige oom, met het gevolg dat Lodewijk ten slotte onder tafel gleed en regelmatig elken avond daar vandaan werd opgevist en statieus naar bed gedragen.
Ik had wel lust om dat verhaal aan den dikken smuller op te dissen. Maar misschien zou hij 't me kwalijk genomen hebben.
Buysse, C., Zomerleven, 2006, Uitgeverij Atlas, p. 40-41
Reacties