Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (8).

* "Dat toont vooral hoe wanhopig veel uitgevers zijn: ze proberen nu om iemand anders de schuld te geven van hun eigen falen. En dat is niet alleen stom, het is zelfmoord. Bijna de helft van de mensen die naar sites van kranten of magazines surfen, komt daar via Google of andere doorverwijssites. Zoals ik in het boek betoog: sinds de uitvinding van de boekdrukkunst hebben we in een 'content economy' gezeten, waarin je kopie na kopie van hetzelfde verkocht. Nu gaan we naar een 'link economy', waar je één exemplaar op het net hebt staan en de links ernaartoe voor waarde zorgen, omdat ze zorgen voor meer publiek en meer advertentie-inkomsten. Google voegt dus waarde toe aan de artikels waar het naar linkt: eigenlijk mogen de nieuwssites blij zijn dat Google hén geen geld vraagt om publiek naar de sites te sturen."

(Knack, 22/04/2009, Jeff Jarvis, ex-journalist, professor Nieuwe Media aan de New York University en brein achter de populaire technologieblog BuzzMachine reageert op de belediging die Google News, door links te geven naar artikels uit kranten en magazines, omschrijft als dé parasiet of dé technologische lintworm in de ingewanden van het internet)


* "Tom Boonen heeft een voorbeeldfunctie. Dat lees ik. Het woord alleen al: don't try it at home. Een voorbeeldfunctie, zegt het woordenboek, zelf vierduizend bladzijden voorbeeldfunctie, is een 'functie die iemand heeft om tot navolging te bewegen.' Moet ik nu op mijn velo springen en Kempens gaan klappen? Goedkoop laminaat dragen op mijn beeldige lichaam? Zo'n bedrukte klak op mijn boterloze kop zetten. Of wà?"

(De pen van Bernard Dewulf over het verschijnsel(schieten) Tom Boonen.)


* "Nog even wachten, er zijn nog vele weken te gaan. In ons land bestaan er geen winnaars en dus ook geen echte verliezers."

(De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad over zijn favorietenrol tijdens de komende presidentsverkiezingen op 12 juni in zijn eigenste land.)



* "Ik bleef slapen in de buurt van de plantagearbeider die mij zijn verhaal vertelde. Niet in zijn hut, want die kinderen slapen 's nachts niet. Ze huilen de hele nacht en het stinkt daar ook. Daar kan die plantagearbeider niets aan doen. Maar zieke kinderen hebben een geur om zich heen en ik werd daar misselijk van. Dus heb ik elders de nacht doorgebracht. De crux van de film is dat ik stelselmatig mijn positie als kijker en als maker op de voorgrond plaats: zo wordt mijn kracht, mijn macht, mijn weldoorvoede leven afgezet tegenover die andere mensen. Ik doe niet alsof ik afwezig ben en de kijker naar iets objectiefs laat kijken."

(Knack, 06/05/2009, beeldend kunstenaar Renzo Martens over zijn werkwijze tijdens het draaien van 'Episode III - Enjoy Poverty', een film over Congo en zijn armen. Het soort mensen dat maar weinig aan bod komt in onze Westerse gemediatiseerde armoede-industrie)


* "Fontje brandde al sinds weken van verlangen om eens in de automobiel te mogen meerijden; maar hij dacht: 'Welk recht zou ik wel hebben om in die mooie automobiel te mogen zitten'; en hij moest wel in zichzelf bekennen, dat hij daar in 't geheel geen recht op had. Toen was hij gaan prakkizeren hoe hij dat recht wel zou kunnen krijgen en had er niets beters op gevonden, dan een tijdlang vrijwillig afstand te doen van de dagelijkse fooi die hem toekwam. Dat gaf hem althans enig recht, hetwelk hij hoopte na een poos in een automobieltocht om te kunnen zetten."

(Cyriel Buysse, verontwaardigd en toch een beetje opgelucht, schrijft in zijn dagboek op 15 mei 1913 over Fontjes waarom. Fontje was het jongetje dat dagelijks op de Molenheuvel bij Buysse de melk kwam leveren en voor geleverde diensten plotsklaps geen fooi meer wenste.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...