Doorgaan naar hoofdcontent

Het Provinciaal Archief West-Vlaanderen doet iets met 524 teruggevonden muurkranten uit de Eerste Wereldoorlog!


"Ik breng ter kennis der bevolking het volgende Bevel der duitsche Overheid: daar, bij den doorgang van belgische gevangenen op 10 deze, uitroepingen als 'Vive la Belgique' en 'Vive la France' door de bevolking op betoogende wijze werden geuit, beveel ik het volgende: te rekenen van heden middag moet binnen de 3 (drie) dagen alle fransche en engelsche handelopschriften en reklamen weggedaan worden en ik laat het aan het goeddunken over, ze door vlaamsche of duitsche te vervangen. De magazijnen enz. van deze die dit Bevel niet nakomen zullen gesloten en de huizen met zware inkwartiering bestraft worden. De bevelvoerder Admiraal - bij bevel der duitsche Overheid: de Burgemeester, Amédée Visart - Brugge, den 13 april 1915."

Gedurende de Eerste Wereldoorlog verschenen tientallen, meestal tweetalige, in het Duits en in het Nederlands opgestelde, tekstaffiches of muurkranten in het straatbeeld. Zij werden uitgevaardigd door de bezetter, de regering of de lokale burgemeester. Bedoeling: het dagelijkse leven van de bevolking tot in het kleinste detail regelen en bepalen. Inhoudelijk kondigen zij voorschriften af over de bevoorrading, de rantsoenering, de veiligheid, de censuur, de hulpverlening, de prijzen, de lonen, de werkloosheid, de opeisingen, de veroordelingen voor spionage en sabotage, de krijgsontwikkelingen,...

Henri Priem, afdelingschef bij het Provinciebestuur, verzamelde systematisch de in de stad Brugge aangeplakte biljetten en liet deze ongeïnventariseerd na. Onlangs werd de verzameling van 524 aanplakbiljetten tussen het archief van de voormalige 1ste Afdeling teruggevonden. Het oudste biljet dateert van 5 augustus 1914. Net voor de bezetting van de stad Brugge. De tekstaffiche is van de hand van de Brugse stadssecretaris en burgemeester Visart. Het biljet proclameert in het Nederlands de Belgische staat van oorlog. Deze muurkrant werd gedrukt bij G. Barbiaux-De Gheselle in Brugge en is versierd met het stadswapen. Voorts zijn alle teruggevonden tekstaffiches vervaardigd op sterk zuurhoudend papier dat nu stilaan broos begint te worden. Bovendien bleven ze opgevouwen in pakvorm bewaard. Ook niet bevorderlijk voor het eeuwigdurende papieren leven. Positief is dan weer dat men momenteel de mogelijkheid onderzoekt om de affiches te laten reinigen, te ontzuren en te restaureren. En dit allemaal met het oog op de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in 2014-2018. Een mooie zaak voor ons en ons nageslacht!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...