De auteur-vliegenier of vliegenier-auteur en zijn verdriet om het verlies van het kind met het goudkleurige haar.
- Mijn leven is eentonig. Ik jaag kippen en de mensen jagen mij. Alle kippen lijken op elkaar. Dus verveel ik me wel een beetje. Maar als jij me tam maakt, dan wordt mijn leven vol zon. Dan ken ik voetstappen, die van alle andere verschillen. Voor andere voetstappen kruip ik weg onder de grond, maar jouw stap zal me juist uit mijn hol roepen, als muziek. En kijk eens! Zie je daar de korenvelden? Nu eet ik geen brood. Ik heb niets aan koren en korenvelden zeggen me niets - dat is heel verdrietig. Maar jij hebt goudkleurig haar. Dan zal het heerlijk zijn als je me tam gemaakt hebt! Door het goudkleurige koren zal ik aan jou moeten denken. En ik zal het geluid van de wind in het koren mooi vinden...
De vos werd stil en keek het prinsje lang aan:
- Als je blieft... wil je me tam maken? zei hij.
- Ja dat wil ik wel, antwoordde de kleine prins, maar veel tijd heb ik niet. Ik moet vrienden ontdekken en allerlei dingen leren kennen.
- Alleen de dingen die je tam maakt, leer je kennen, zei de vos. De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen. Ze kopen dingen klaar in winkels. Maar doordat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. Als je een vriend wilt, maak mij dan tam!
- Wat moet ik dan doen? zei het prinsje.
- Je moet véél geduld hebben, antwoordde de vos. Kijk, je gaat eerst een eindje van me af in het gras zitten. Ik bekijk je eens tersluiks en jij zegt niets. Woorden geven maar misverstand. Maar je kunt iedere dag een beetje dichterbij komen zitten...
De volgende dag kwam het prinsje terug.
De vos werd stil en keek het prinsje lang aan:
- Als je blieft... wil je me tam maken? zei hij.
- Ja dat wil ik wel, antwoordde de kleine prins, maar veel tijd heb ik niet. Ik moet vrienden ontdekken en allerlei dingen leren kennen.
- Alleen de dingen die je tam maakt, leer je kennen, zei de vos. De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen. Ze kopen dingen klaar in winkels. Maar doordat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. Als je een vriend wilt, maak mij dan tam!
- Wat moet ik dan doen? zei het prinsje.
- Je moet véél geduld hebben, antwoordde de vos. Kijk, je gaat eerst een eindje van me af in het gras zitten. Ik bekijk je eens tersluiks en jij zegt niets. Woorden geven maar misverstand. Maar je kunt iedere dag een beetje dichterbij komen zitten...
De volgende dag kwam het prinsje terug.
Antoine de Saint-Exupéry, De kleine prins, 1973, Ad. Donker, p. 56-57

Antoine de Saint-Exupéry, geboren op 29 juni 1900(!), is waarschijnlijk de bekendste romancier/aviateur uit de letterkunde van onze zuiderburen of simpelweg: uit de volledige letterkunde. De luchtvaart verhief deze burggraaf letterlijk en figuurlijk boven het gemier van de kleine grote mensen op onze grote kleine planeet. En daarom werd uit deze techniek het moderne sprookje van De kleine prins geboren. Een wonderbaarlijk verhaal over een piloot, een noodlanding, een buitenaardse prins en een ontmoeting. Vandaag hoort dit boekje thuis op de boekenkastplank van de 'klassieken'. Al was het maar om haar tussen de regels gedragen boodschap dat de verklaring van een sprookje sowieso de moord op dat sprookje inhoudt. Of zoals de kleine prins doorheen zijn doldwaze tocht het als volgt formuleert: "Grote mensen begrijpen nooit iets uit zichzelf en het is vervelend hun alles uit te moeten leggen." In 1944 keerde de papa van de kleine prins, Antoine de Saint-Exupéry, van zijn negende verkenningsvlucht - in een Lightning P-38 - boven bezet Frankrijk jammergenoeg nooit meer terug. Ook daaraan valt weinig uit te leggen en al veel minder te begrijpen.
Reacties