Doorgaan naar hoofdcontent

Erich Maria Remarque, Niedersächser én schrijver van antioorlogspropaganda, niet rouwig om zijn grote oorlog...


"De gruwelen van het front verzinken, zodra we hun de rug hebben toegekeerd; we bestrijden onze afschuw met vuile en cynische grappen. Als iemand sneuvelt, dan zeggen we, dat het hem door zijn broek is gelopen; op die manier praten we over alles en dat bewaart ons voor gek worden. Zolang we het zo opnemen kunnen, hebben we nog weerstandsvermogen.
Maar we vergeten niet! Als ze in de bulletins spreken van de prachtige humor van de troepen, en vertellen, dat we de horlepijp dansen, als we net uit het trommelvuur komen, dan is dat kletsica. Dat doen we niet, omdat we zoveel humor hebben; maar we hebben die humor, omdat we er anders onderdoor zouden gaan. Overigens zal de kruik niet al te lang meer te water kunnen gaan; want onze humor wordt iedere maand bitterder.
Maar ik weet: alles, wat nu, zolang we in oorlog zijn, diep in ons wegzakt als een steen, zal, als het eenmaal vrede is, weer naar boven komen en dan begint eerst onze strijd ermee op leven en dood.
Al die dagen, al die weken, al die jaren in de eerste linie zullen dan nog eens in onze herinnering herleven; onze dode vrienden zullen herrijzen en opnieuw schouder aan schouder naast ons staan; onze gedachten zullen dan helder zijn; we zullen een doel hebben; - en zo zullen we samen optrekken, met onze dode vrienden naast ons en de jaren van het front achter ons: maar tegen wie zal dan de strijd gaan?"

Erich Maria Remarque, Van het westelijk front geen nieuws, 1983, Bijleveld, p. 108-109.

In 1983 al kwam de druk-teller van dit boek, dat in Duitsland voor het eerst werd gepubliceerd op 01 februari 1929, in ons taalgebied op drieëntwintig te staan. Met wereldwijd ruim drie miljoen verkochte exemplaren, twee verfilmingen, een publicatieverbod onder de swastika's, de introductie van de term Vietnamsyndroom - of Golfsyndroom zo u wil - toen die gelijknamige oorlog(en) nog moest(en) worden gevoerd en een eigen vredescentrum mét jaarlijkse vredesprijs kunnen we, in het geval van de geschreven antioorlogstirade 'Im Westen nichts Neues', van een heus boekkundig succes spreken. Erich Maria Remarque, oorspronkelijk Duits maar later door de Amerikanen verstaatsburgerd, leefde - een aantal idiote schrijfsels tussendoor niet meegeteld - een behoorlijk stuk van zijn ganse loopbaan van de opbrengsten van dit boek, krabde zich daarbij dikwijls het hoofd en zou - bij leven en welzijn - vandaag precies honderdelf zijn geworden. 't Is maar da g'et leest.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...