Doorgaan naar hoofdcontent

Georges Ameye blaast de Grote Gullegemse Ommegangsprijzen en de carrière van Tom Boonen nieuw leven in!


In een West-Vlaams plaatselijk dagblad stond op vrijdag 7 juli 1961 onder de titel 'Georges Ameye, voorzitter van het Sportkomitee Gullegem, overleden' de volgende tekst te lezen:
'Niemand van al diegenen die Georges Ameye tijdens de jongste Ommegangsprijzen voor beroepsrenners en nieuwelingen op de bres zag, dierf vermoeden dat deze dynamische voorzitter vier weken later het tijdelijke met het eeuwige zou verwisselen. Amper 58 jaar oud, overleed dinsdagnamiddag, na kortstondige ziekte, deze gekende sportman.
Reeds in de voetbalploeg der Zwaluwen te Gullegem fungeerde Georges enkele tijd als doelwachter, daarna bleef hij nog jaren in de voetbalbeweging als scheidsrechter. In 1947 werd onder zijn impuls de supportersklub Gullegem Sport gesticht, waarvan hij totnogtoe het voorzitterschap waarnam en als dusdanig zeer bekend was in de boks- en rennersmiddens. Zijn voornaamste funktie op sportgebied bleek echter deze van voorzitter van het Sportkomitee Gullegem Sport. In deze hoedanigheid lag de organisatie van de Grote Ommegangsprijzen voor beroepsrenners hem zeer nauw aan het hart. Sportkomitee Gullegem, reeds zo zwaar getroffen bij het overlijden van Remi Maes, wordt nu nog één van zijn voornaamste steunpilaren ontrukt in de persoon van deze aktieve voorzitter. Vermelden we nog dat Georges Ameye gedurende verscheidene jaren afgevaardigde was van het Sportkomitee West-Vlaanderen.
Ook in andere kringen wist deze volksvriend zich verdienstelijk te maken. Aldus was hij jarenlang dienstdoende luitenant van de vrijwillige brandweer, bestuurslid van de muziekvereniging St. Cecilia en betrokken bij de inrichting van de St. Niklaasfeesten van de plaatselijke Middenstandsbeweging.
De begrafenisdienst wordt op vrijdag 7 juli te 9u.30 opgedragen in de St. Amanduskerk te Gullegem.'
Met andere woorden: zonder Georges Ameye geen algemene rehabilitatie van de rennersnaam Boonen afgelopen dinsdag in Gullegem.

Reacties

pst zei…
Alles hangt met alles samen. Zoveel is zeker.
Orgènik o zei…
Ik ben bijzonder gebiologeerd door het kruisje, als alternatief voor een lijntje, dat onder de renner in het midden staat.

Wie heeft dat kruisje gezet? De wedstrijdjury (bij gebrek aan finishfoto), de jounalist, de fotoredactie (maar dan was het toch een zware beroepsfout), Georges Ameye himself? Of zijn zoon die hij nochtans gewaarschuwd had met zijn fikken van de foto's te blijven...

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...