
(...)
Op een avond maakte ik uit vaders zwijgzaamheid en moeders neerslachtigheid op dat Klaas Vaak op komst moest zijn, daarom deed ik alsof ik doodmoe was, verliet al voor negenen de woonkamer en hield me vlak naast de deur in een nis schuil. De voordeur knarste en door de gang naderden trage, zware, dreunende stappen de trap. Moeder haastte zich met mijn broertjes en zusjes langs mij heen. Zachtjes, zachtjes opende ik de deur van vaders kamer. Vader zat er zoals gewoonlijk doodstil en verstard bij, met zijn rug naar de deur toegekeerd; hij merkte me niet op, vlug glipte ik naar binnen, en achter het gordijn dat een vlak naast de deur staande open kast afsloot waarin de kleren van mijn vader hingen... Naderbij... aldoor naderbij dreunden de stappen... voor de deur klonk een vreemd gekuch, geschuifel en gebrom. Mijn hart beefde van angst en verwachting... Vlak, vlak voor de deur een luid klinkende stap, een heftige slag op de klink; de deur springt knarsend open! Mij uit alle macht vermannend gluur ik behoedzaam de kamer in. Klaas Vaak staat midden in de kamer voor mijn vader, het heldere schijnsel van de kaarsen brandt op zijn gelaat!..."
Hoffmann, E.T.A., Klaas Vaak en andere verhalen, 2004, Athenaeum-Polak & Van Gennep, p. 47-49
De op jonge leeftijd gestorven Pruis E.T.A. Hoffmann (24/01/1776-25/06/1822), één dag te laat dus voor een officieel in memoriam, was naast een groot muziekliefhebber ook aartsminnaar van de donkerste zijde van vrouwtje romantiek. Onder zijn fans een hoop uitgelezen, bekend volk: de Franse componist Jacques Offenbach, de Russische toonkunstenaar Peter Tsjaikovski, de Amerikaanse griezelauteur Edgar Allan Poe, de Franse dichter en kunstcriticus Charles Baudelaire, de Oostenrijkse zenuwarts Sigmund Freud, de Nederlandse schrijver Belcampo en de Duitse dichter Heinrich Heine. Die andere Duitse dichter en toneelschrijver, Johann Wolfgang von Goethe, vond E.T.A. Hoffmanns verhaaltjes getuigen van een wel héél ziekelijke geest. Dat laatste zegt, als je het mij vraagt, dan weer meer over de Johann dan over den Ernst.
Wat zijn de sterke kanten aan de verhalen van E.T.A. Hoffmann? Is het de gave die hij bezit van de inbedding van het fantastische in het alledaagse van zijn verhalen, is het de brutaliteit waarmee hij zijn lezers doorheen zijn verhalen meezeult naar zijn eigen fantasierijk of is het zijn talent om de ons omringende alledaagse realiteit verontrustend te laten ontsporen in de verschrikkelijke waanzin waarin de meeste van zijn verhalen baden? De peper op Hoffmanns meeslepende verhalen komt voortdurend uit alle drie van deze vaatjes. En dat is nou net de sterkte van Ernsts schrijftalent. Alles is in zijn verhalen onmogelijk en toch grijpt dat onmogelijke ons net zo verschrikkelijk bij de keel. En dat maakt het lezen van de spookachtige verhalen van E.T.A. Hoffmann nou net tot zo'n uitzonderlijke belevenis. Illustrerend is het verhaal 'Klaas Vaak', dé traumavertelling uit de kindertijd waarin de verschrikkelijke zandman door het hoofdpersonage Nathanael achtereenvolgens vereenzelvigd wordt met de eigenaardige advocaat Coppelius, de weerzinwekkende weerglazenventer Coppola en de sympathieke geleerde Spalanzani. Verwijzend naar iedere diepmenselijke bron van het 'Unheimliche', en heel actueel in deze tijden van kunstmatige intelligentie, slaat 'Klaas Vaak' in onze onbevooroordeelde en zorgeloze harten - boordevol sombere voorgevoelens die ons aanhoudend waarschuwen dat onze grootste vijanden nou net vanuit onze eigen diepste binnensten onszelf in het verderf trachten te storten - in als een splinterbom.
Dus: wees gestadig op je hoede, van dat 'Unheimliche' bestaat immers geen robotfoto. Héél lang geleden, met slechts enkele potloden in de hand, ondernam ene moedige commissaris, Sigmund Freud, één enkele poging tot profilering van deze zonderlinge dader. Om zijn baanbrekende schetsen wordt vandaag, in de kantine van de zielknijperij, nog steeds héél luid gelachen. Helaas!
Reacties