Dat uit recent onderzoek blijkt dat twee derden van alle getrouwde vrouwen jaloers zijn op hun schoonmoeder, de enige andere vrouw die hun echtgenoot zo goed kent en die - in de meest gezonde gevallen - nochtans geen enkele seksuele bedreiging vormt, wist dichter Jan van Nijlen vele jaren geleden al. Zijn gedicht Bezoek aan het ouderhuis vertelt waarom getrouwde vrouwen voor eeuwig mogen doordraaien.

Bezoek aan het ouderhuis
In deze kamer waar ik werd geboren
- 't behang is nieuw maar heeft een ouden schijn -
- 't behang is nieuw maar heeft een ouden schijn -
schenkt weer mijn moeder, als in droom verloren,
in 't oude glas den ouden Fransen wijn.
Een paar fluwelen zetels uit den tijd,
en de vertrouwde prenten aan de wanden:
ik, die vergeefs droomde van alle landen,
gevoel mij thuis weer in deze eeuwigheid.
Er is nog meer: de donkre witte keuken,
het warm vertrek waar heel mijn jeugd verging:
door 't nauwe raam zag ik de kruin der beuken
en hoe de zomer langzaam henenging.
En dit geluk heb 'k mijn jeugd verfoeid,
dit warme nest heb ik voorgoed verlaten!
Nu voel'k hoe met den dag 't verlangen groeit
om hier nog eens te worden toegelaten.
Ik trouwde een vrouw uit een bevrienden stam,
- mijn moeder zei: je moet het zelf maar weten -
het nieuwe vuur laaide met klare vlam,
maar de' ouden haard kon ik toch nooit vergeten.
Ik durf mijn moeder nauwelijks aan te kijken...
Ik denk: haar leven is bijna volbracht,
hoe zal de wereld mij dan anders lijken!
- Het licht gaat aan, maar over mij daalt nacht.
Ik denk: haar leven is bijna volbracht,
hoe zal de wereld mij dan anders lijken!
- Het licht gaat aan, maar over mij daalt nacht.
Jan van Nijlen, uit: Verzamelde gedichten 1903-1964 (1964)
Reacties