Dat de blaadjes aan de bomen nu reeds naar de grond neigen, werd ik deze morgen buiten mijn deur ook gewaar. Een wel héél vroege herfst of de gevolgen van een maand bijna droogte? En ja, ook hier staat het bos zo dicht niet meer als enkele weken geleden en ook de vogels maken al onverwijld plannen. 'k Heb wel geen haastig achtergelaten vogelnestje gevonden en nog veel minder zou dat me dan aanzetten tot ergernis aan reeds lang vervlogen dichtregels. Cyriel Buysse laat die slecht gekozen dichterszinnen evenwel aan zijn hart komen... want een nestje zonder vogelen da's pas échte droefenis.

27 augustus
En heel héél stilletjes zijn de blaadjes aan 't bruin worden en aan 't neervallen. Veel is 't nog niet, maar 't bos staat lang zo dicht niet meer als enkele dagen geleden en de zwaluwtjes troepen reeds samen voor de najaars-afreis. Daar straks heb ik er velen gezien, op 't leien dak der kerk. Even dwarrelden zij als een opstijgende wolk door elkaar, in grote agitatie, en kwamen toen heel dicht weer bij elkander zitten, als in gewichtige beraadslaging. Ik geloof niet dat ze reeds voor goed vertrokken zijn, maar zeer zeker hebben zij plannen gemaakt en over het aanstaande vertrek gesproken.
En in een reeds ontbladerd berkenstruikje heb ik een verlaten vogelnestje ontdekt, dat gans den zomer onder 't lover veilig verborgen had gezeten.
Zo gaat het: men ontdekt pas de woning van de zoete zangertjes, die ons bekoorden in de schone lentenachten, op het ogenblik dat zij ons gaan verlaten. En weer denk ik weemoedig aan den dichter, die sprak van
La maison sans enfants,
La cage sans oiseaux.
Eigenlijk onzin. En een onzin dien we soms ons leven lang, onvoorwaardelijk aannemen en machinaal als 't ware, napraten en herhalen. 'La maison sans enfants', ja. Maar 'la cage sans oiseaux!' Is er wel iets droevigers denkbaar dan een vogel in een kooi? Juist het tegenovergestelde had de dichter moeten zeggen: het nestje zonder vogelen, dat is droevig: het nestje, verlaten, onbeschut en overzorgd, nat en vuil van regen en uit elkaar gerafeld door de stormen, zoals 't armoedig nestje dat hier in een naakten tweespriet van het half ontbladerd berkje zit.
Buysse, C., Zomerleven, 2006, Uitgeverij Atlas, p. 225-226
Reacties