Doorgaan naar hoofdcontent

"Niemand praat op de televisie. Praten, gewoon praten.(...) Praten is iets heel anders dan wat er op de televisie gebeurt."

De Franse schrijfster en filmmaakster Marguerite Duras doet in 'Het materiële leven' (1987) ondubbelzinnig en heel openhartig haar boekje open over het leven in Frankrijk en elders. Het geschrift is het resultaat van een hele resem gesprekken die Duras toen had met journalist en goede vriend des huizes Jérôme Beaujour. Of zoals de in Frans China geboren altijd controversiële Marguerite in haar inleiding zelf pent: "Ik heb geaarzeld voor ik tot publikatie overging, maar geen enkel geschrift dat op dit moment vorm krijgt of in voorbereiding is zou de aarzelende stijl van 'Het materiële leven' hebben kunnen bevatten, deze uitstapjes van mij naar mezelf, van mij naar u in dit tijdperk waarin we ons allen bevinden."
Op bladzijde honderddertig uit de schrijfster in kwestie haar bedenkingen bij de toenmalige televisieberichtgeving boordevol onbekwame televisiejournalisten. Op een tafel van een viertal pagina's dissecteert Duras zorgvuldig het verschijnsel televisiekijken. Zo begint ze haar stuk met de beschrijving van de typische televisieberichtgeving bij de dood van bekende medemensen.


"Het is begonnen met de dood van Michel Foucault; Michel Foucault is doodgegaan en de dag na zijn overlijden werd er op de televisie een reportage over hem uitgezonden waarin we hem college zagen geven aan het Collège de France. Zijn stem was nauwelijks te horen, alleen wat gekraak op de achtergrond. Hij was er wel maar werd overstemd door de journalist die vertelde dat het ging om de stem van Michel Foucault die een college gaf op het Collège de France. Een korte tijd later ging Orson Welles dood en gebeurde hetzelfde. We hoorden een heel duidelijke stem zeggen dat de stem die we vaag op de achtergrond hoorden die van de zojuist overleden Orson Welles was. Het is een gewoonte geworden, iedere keer als er een bekend persoon overlijdt wordt het sprekende beeld van de overledende verdrongen door dat van de journalist die zegt dat wat we horen uiteraard de stem is van de zojuist overleden mijnheer of mevrouw huppeldepup. Waarschijnlijk één of andere afdelingschef die dat heeft bedacht, dat het een minuut zendtijd scheelt als de journalist en de overledene tegelijkertijd praten zodat er daarna weer over iets anders kan worden gepraat, niet per se over sport, dat niet, maar over andere interessante, amusante dingen."
Een korte steekproef vertelt me dat ook het VRT-journaal in de meeste van zijn portretten in datzelfde bedje ziek is. Althans voor wat onze overzeese, buitencontinentale bekende medemensen - zoals actrice Farah Fawcett en acteur Karl Malden - betreft. Als iets dichter bij onze Vlaamse voordeur wonende persoonlijkheden komen te gaan, biedt datzelfde VRT-journaal in zijn in memoria toch een beetje persoonlijke ruimte aan de overleden bekendheid in kwestie. Zo mocht acteur Bert André in zijn portret uitleggen waarom hij toch niet van zijn Nederlandse accent af geraakt en kreeg fruitboer-politicus Karel Van Miert zowaar één minuut om zijn verhaal te doen. De tv en de dood, zoals Marguerite Duras haar stukje toen noemde, lijkt me bij deze iets te weinig genuanceerd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...