Doorgaan naar hoofdcontent

"Vooruit dan, hart, neem afscheid en word gezond!"


"Thomas Mann maakt met zijn zevenenzeventig jaar naast de twee jaar jongere Hesse nog een flinke en actieve indruk. Het is voor hem dan ook onmogelijk, geeft hij toe, zich zoals Hesse uit zijn literaire werk terug te trekken. Hij is nog veel van plan en is bang dat hij Hesse, zijn 'jongere broer,' zal overleven. 'En gaat u niet voor mij dood!' heeft hij hem een keer bij wijze van grap geschreven. 'Ten eerste zou dat eigenwijs zijn, want ik ben 'het eerst aan de beurt.' En bovendien: ik zou u verschrikkelijk missen in de hele chaos. Want u bent daarin een goede vriend, troost, bijstand, voorbeeld, kracht en zonder u zou ik me heel alleen voelen.'
Dit verlies blijft Thomas Mann bespaard. In juli 1955 wordt hij wegens een gezwollen been naar het kantonnale ziekenhuis in Zürich gebracht. Wat hij niet weet is dat hij een zeer ernstige aderverkalking in zijn benen heeft. Thomas Mann overlijdt op 12 augustus aan trombose. En nu is het Hesse die zich zeer verlaten en alleen voelt. Hij mist Manns 'voortreffelijke ironie' en zijn virtuoze 'zin voor het spel,' waarachter, zo schrijft hij in een afscheidsgroet, 'zoveel hart, trouw, verantwoordelijkheid en genegenheid zat.' "

Uit: Prinz, A., De bekoring van het begin: het leven van Hermann Hesse, 2002, Aspekt, p. 290

Reacties

pst zei…
En voor wie wil weten hoe het nog met Hesse afloopt: het boek van Prinz ligt voor geen geld bij De Slegte.
Klopt. Voor 6,99 euro om precies te zijn. Vergeet bij deze dan ook maar alle vakantieboekenbijlagen.

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...