Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (10).

* "Dat is de volgende stap in Gladwells betoog: om ergens in uit te blinken, moet je eerst veel oefenen. Tienduizend uur, om precies te zijn. Voor wie plannen wil maken: dat komt neer op twintig uur per week, of drie uur per dag, tien jaar lang. Niemand haalt de top zonder die praktijkervaring. Dat geldt voor sporters, schrijvers, schakers, muzikanten, noem maar op.(...)
Of neem The Beatles. Gladwell beschrijft hun Hamburgse periode. In het begin van de jaren zestig traden The Beatles daar op in clubs in de rosse buurt. Thuis, in Liverpool, duurde een optreden een uur. In Hamburg waren ze non-stop in de weer, acht uur per dag, zeven avonden per week. Toen ze hun eerste succes kenden, in 1964, hadden ze er zo'n 1200 liveoptredens opzitten. Gladwell: 'Weet u hoe ongelofelijk dat is? De meeste bands van tegenwoordig treden in hun hele carrière nog geen 1200 keer op.'"

(De Standaard der Letteren, 04/09/2009, Malcolm Gladwell, schrijver van populair-wetenschappelijke boeken én in 2005 nog in Time Magazines' lijstje met de honderd invloedrijkste personen ter wereld, heeft een nieuw boek uit. In 'Uitblinkers. Waarom sommige mensen succes hebben en andere niet.' minimaliseert de schrijver het belang van talent op weg naar succes. Wat succesvolle mensen met elkaar verbindt, zijn een goede scheut geluk en een flinke dosis zelfdiscipline.)


* "We zijn in een tijd beland waarin kunst, die nu eenmaal inspanning van de toeschouwer vraagt, gezien wordt als 'elitair'. Ik vind het de moeite waard die opvatting nader te bekijken.
Voor een zuigeling is, behalve de moederborst, bijna alles wat hem wordt aangeboden 'elitair'. Omdat hij van niks weet gaat vrijwel alles hem boven de pet. De vraag is dus waarom mensen niettemin doorgaan met het aanbieden van rammelaars voordat de zuigeling ermee kan rammelen. Doen zij dat om hem op zijn onvermogen te wijzen? Sluiten zij hem met opzet buiten hun elitaire wereld van virtuoze rammelaars? Ik denk van niet. Ik denk dat zij rammelaars aanbieden omdat zij veronderstellen dat de zuigeling met een beetje moeite kan leren rammelen en zo de elitaire wereld van de rammelaars kan binnengaan."

(Kinderboekenschrijver Guus Kuijer houdt in zijn laatste, bij wijlen héél amusante, boorling 'Hoe word ik gelukkig? Een zelfhulpboek' onder meer een pleidooi inspanningen te leveren tijdens het consumeren van op het eerste gezicht zogeheten 'elitaire' kunst.)


* 'Na schön', sagte er. 'Alarmiert die Klotte! Alarmiert die Luktwakke! Alarmiert die Inkantrie! Ich brauche Kusssoldaten, Klammenwerker, Furzwellensender - die ganze Friegsmaschine! Fanonen, Klafscheinwerker, Klugzeugträger! Fernwakken, Kernlenfrafeten und Famifazepiloten! Wir fämpken an allen Kronten.'
'Aber Herr Fönig!' wagte da der rote General einzuwerken. 'Wir haben feine Luktwakke. Wir haben feine Klotte.'
'Wir haben auch feine Klugzeugträger und Furzwellensender', sagte der gelbe General. 'Wir sind ein armes unterentwicfeltes Land. Wir haben nur Sachen vom Klohmarft. Wir haben nur Radfappen und Luktbekeuchter, die nicht mehr kunftionieren. Alte Köne mit Furzschluss. Fruzikixe aus Funstharz. Gebrauchte Briekmarfen aus Kinnland. Faputte Wakkeleisen aus Flagenkurt.'
'Wir ziehen auk jeden Kall den fürzeren', resümierte der grüne General.
'Und was wollen wir machen?', kragte der Fönig.
'Wir fapitulieren', empkahl der rote General.

(In het uitermate grappige 'Der Fönig', een Märchen - of een Moerschen zo u wil - van de Duitse illustrator en fantast Walter Moers verwisselt een koning alle k's met f'en. Of is het omgekeerd? In ieder geval: de half Babylonische spraakverwarring in dit koninkrijk levert bijzonder kostelijke leestoestanden op en is tevens ideaal voor mensen met Duitswatervrees.)


* "Tijd voor een kritisch onderzoek betreffende het droomkasteel: 'Heeft het te maken met de kleine bourgeoisdroom van 'iedereen wil kasteelheer zijn' of komt het neer op een soort vrijheid die je wilt bereiken, het willen construeren van je gekste dromen? Het kasteel is, naast het huis, misschien de meest eenvoudige introductie tot architectuur, waarmee je zowel een kind als een architectuurliefhebber kunt aanspreken. Omdat het juist dat kantje heeft van over de schreef gaan, naar de waanzin toe, zoals het kasteel Neuschwanstein en zijn zotte koning...'"

(Knack, 09/09/2009, curator Koen Van Synghel over zijn sprookjesachtige tentoonstelling 'Droomburchten & Luchtkastelen' nog tot 15 november in het kasteel van Gaasbeek)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...