"Ik heb een hartgrondige hekel aan allegorie in al haar verschijningsvormen en dat is altijd zo geweest."
John Ronald Reuel Tolkien, schrijver, professor en WOI-veteraan, viel vandaag - op de kop af zesendertig jaar eerder - allervroomst in de diepste kraters van zijn eigen geschapen, fictieve Midden-aarde. In het voorwoord bij zijn The Lord of the Rings-versie uit 1966 - waarvan algemeen bekend is dat de schrijver tot aan zijn dood in 1973 de trilogie voortdurend aanpaste en herwerkte - geeft J.R.R. Tolkien op een wel heel geraffineerde wijze commentaar op de weinig deugdzame mensheid met haar fel uitgevochten tweede wereldoorlogje én de eventuele verbanden met de beschreven gebeurtenissen in zijn boeken. Geen innerlijke betekenissen, boodschappen of allegorieën voor deze in Zuid-Afrika geboren conservatieve Brit. Doe hem maar: "(...) echte geschiedenis, waar of verzonnen, met haar gevarieerde 'toepasselijkheid' op het denken en de ervaring van lezers." Trouwens, volgens J.R.R. Tolkien verwarren velen 'toepasselijkheid' met 'allegorie' en dat terwijl: "De één op de vrijheid van de lezer berust, en de ander op de overheersing van de schrijver."
Nuja... vul dan zelf maar in onderstaande passage in wie de Hobbits zijn, waarvan Saruman het zinnebeeld is, voor wie de valse Heerser van Midden-aarde symbool staat en waarnaar de Grote Ring is gepolijst.

"In de ban van de ring werd geschreven lang voordat de voorbode van 1939 dreigde een onafwendbare ramp te worden, en vanaf dat punt zou het verhaal zich wezenlijk langs dezelfde lijnen hebben ontwikkeld als die ramp was afgewend. De bronnen ervan zijn dingen die ik allang daarvoor in gedachten had, of die in sommige gevallen al geschreven waren, en weinig of niets erin werd door de oorlog die in 1939 begon, en wat daarop volgde, gewijzigd. De echte oorlog lijkt in zijn verloop of afloop niet op de legendarische oorlog. Als die de ontwikkeling van de legende zou hebben geïnspireerd of geleid, dan zou de Ring zeker zijn veroverd en tegen Sauron zijn gebruikt; hij zou niet zijn vernietigd, maar onderworpen, en de Barad-dûr zou niet zijn vernietigd, maar bezet. Omdat hij er niet was in geslaagd de Ring in zijn bezit te krijgen, zou Saruman in de verwarring en het verraad van die tijd in Mordor de ontbrekende schakels in zijn eigen onderzoek naar de overlevering van de Ring hebben gevonden, en het zou niet lang hebben geduurd voor hij zelf een Grote Ring zou hebben gemaakt waarmee hij de valse Heerser van Midden-aarde zou hebben uitgedaagd. In dat conflict zouden beide partijen de Hobbits hebben gehaat en veracht; zij zouden het niet lang hebben overleefd, zelfs niet als slaaf."
Uit: Tolkien, J.R.R., In de ban van de Ring: de reisgenoten, 2002, Uitgeverij M, p. 11
Reacties