Doorgaan naar hoofdcontent

De Vlaamse De Slegte: is het nu vijftig of honderdvijftig (2)?


Net zoals uitgeslapen marktkramers met de microfoon om de hals dingen naar de aandacht van nieuwsgierige omstaanders om de unieke voordelen van hun eeuwig schoonhoudende tapijtreinigers en schoenpoetsmiddelen te slijten of net zoals hulpeloze vaders en moeders geen blijf weten met de toegeslagen verveling bij hun puistende salonkamerzetelhangende tieners, zo zijn er ook tal van ongelukkige boeken die ergens op hun baan richting lezer hopeloos verloren benen. En als dat gekende verhaaltje van slecht aan de man gebrachte boeken onvermurwbaar toehapt, treffen de slachtoffers, de verloren gelopen boeken, elkaar tussen de bakstenen muren van de gevierde, halve eeuwling terug. In één rij voor de deuren van hét Vlaamse boekenopvangantwoord ‘De Slegte’.
De boekenasieltrip van de pas aangekomen boekengroentjes brengt hen eerst naar de kelder waar oudgediende schrifturen een hoop esoterische, filosofische en wereldreligieuze marktanalytische verkoopsopkikkers van tussen hun bladen spugen. Wat meestal volgt, is een sobere receptie boordevol luid boekengemarketeer voor verloren gewaande volumen, boekdelen, banden en pillen om hen warm te maken voor de nog spreekwoordelijke allerlaatste boekenlap. Half beneveld zoeken de verlorenen daarna het gelijkvloers op. Mooi uitgestald in rekken, waar passanten hen voor heel weinig geld in trio’s kunnen inslaan, of broodgewijs gelegen op hun ruggen naast en voor de kassa kan het gistproces tenslotte starten. Veel moeite hoeven de aangeschoten geschriften niet te doen. Elke kaft lust wel een zachte, graaiende hand van één of andere boeklustige koper. Boeken die tijdens de drink in de kelder het verzameld werk uithingen, krijgen van hun asielhouders ongegeneerd een sticker op de smoel: inkijkexemplaar. Nog wat extra bevingerd en gedoemd om nooit meer meegenomen te worden. Dat zijn de echte zieleboekenpoten. Meestal blinkend op de tweede en de derde rij hoor je de andere boeken dan tussen hun papieren bladzijden denken dat de inkijkers van bij ’t begin maar beter moesten weten. Maar ook het leven van die mompelaars is van korte duur en als ze hun best niet doen, vliegen ze snel naar boven, naar de tweede verdieping. Allerlei principes van Pareto of wetten van toenemende meeropbrengst kunnen ook deze banden dan niet meer redden. Hierna zijn ze hopeloos verloren en worden ze alfabetisch in witte kasten gerangschikt. Geen relaxatie meer op de rug, maar rechtopstaand en ’t liefst nog met een troste blik. Althans, dat doen de diehards. Boekenzwakkelingen krijgen niettemin al snel heimwee naar het gelijkvloers of naar het ooit zo hartelijke welkom door de oude, wijze boeken op de kelderverdieping van dit boekentehuis.
Fernweh, ook boeken hebben er last van. En net zoals de aanhoudend naar huis verlangende soldaten in het leger van Napoleon toentertijd, als gevolg van de nostalgieziekte, gebukt gingen onder voortdurend geïrriteerde en beschadigde weefsels in hun soldatenlijf krijgen ook de in De Slegte heimweezieke, gevoelige en ontheemde boeken op doktersadvies niet meer rust dan nodig. Het grote boekenasiel zorgt dan immers op andere manieren voor afleiding: geen muziekrepertoire, sigaretbruingekleurde trappen, kanariegele affiches en witgloeiende TL-verlichting. En als dat alles niks helpt kunnen de grootste heimweelijders nog voor een prijsje op kuur naar een echt boekenrek, bij de lezer thuis, tot ze volledig genezen zijn!

Reacties

pst zei…
Arsène, dat heb je verdorie mooi gezegd.
Mercikes. 't Is anders wel hard travakken hoor dat alsmaar proberen iets deftigs op 't computerscherm te krijgen.

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...