
"Je neemt een trein, en dan een boot, en, na slechts enkele uren zeereis, land je aan als op een andere planeet.
Alles is er anders: de mensen, de dieren, de huizen, het landschap, het ganse leven: àlles!
Sommige dingen lijken er beter, andere zijn er beslist veel slechter dan op onze planeet. De mensen zijn er beleefd, beschaafd, meestal knap van uiterlijk en bewegen er zich ordelijk en rustig. (...)
Ze zijn allen zéér correct, benauwend correct, zo akelig correct dat men, van onze planeet op de hunne komend, voelt dat men daar uit den toon valt en toch ook wel eventjes gelukkig is een beetje uit den toon te vallen en niet zo griezelig correct te zijn. (...)
Vreemd, o, zo vreemd, die andere planeet, zo heel dicht bij de onze en toch zo totaal van de onze verschillend!"(*)
Geen wild zee-overgesteek voor mij en ook geen gedoe met ellenlange treinritten. Gewoon, vanaf morgen: tuf-tuf-tuf, acht uur met de wagen in oostelijke richting. Naar dat grote, groene land... het land van Joyvalle. Vroeger, héél vroeger, spraken mensen dan wel eens over Duitsland. En net als mijnheerken Buysse dat in 1913 zo flinkjes deed, plaats ik de komende tien dagen ook een beetje een andere planetendans. Tot weldra!
(*) Buysse, C., Zomerleven, 2006, Uitgeverij Atlas, p. 126-127
Reacties