Doorgaan naar hoofdcontent

Soldaten! Allen! Ontbloot Uw litteekenen op de marktpleinen.

Im Osten

Den wilden Orgeln des Wintersturms
Gleicht des Volkes finstrer Zorn,
Die purpurne Woge der Schlacht,
Entlaubter Sterne.

Mit zerbrochnen Brauen, silbernen Armen
Winkt sterbenden Soldaten die Nacht.
Im Schatten der herbstlichen Esche
Seufzen die Geister der Erschlagenen.

Dornige Wildnis umgürtet die Stadt.
Von blutenden Stufen jagt der Mond
Die erschrockenen Frauen.
Wilde Wölfe brachen durchs Tor.

In de enorm gevarieerde, uitgebreide en wondermooie bloemlezing 'Het lijf in slijk geplant. Gedichten uit de Eerste Wereldoorlog' schrijft essayistisch prijsbeest én hoogleraar moderne Nedelandse letterkunde Geert Buelens in zijn inleidende woorden: "Honderd jaar geleden schreef men gedichten zoals wij vandaag columns: om gebeurtenissen vast te leggen en ze van commentaar te voorzien.(...) Deze gedichten doen verslag van de actualiteit, zoals een krant. Opvallend vaak hebben deze oorlogsbundels het volume van een roman; twee-, soms driehonderd bladzijden lang inventariseren ze veldslagen, generaals, getroffen steden, heldendaden en martelaren. De totale hoeveelheid aan de oorlog gewijde verzen is bijgevolg moeilijk te schatten, maar het zijn er zeker meer dan een miljoen.(...) Volgens bloemlezer en dichter Julius Bab werden er in Duitsland tijdens de eerste oorlogsmaand tot vijftigduizend oorlogsverzen geschreven... per dag. Als dat waar is, zijn er alleen al in Duitsland in augustus 1914 zowat anderhalf miljoen oorlogsgedichten geproduceerd. Dit aantal werd uiteraard niet vijftig maanden lang gehaald. Maar er bleven merkwaardig veel schotschriften en bundels met oorlogsgedichten verschijnen, zowel van amateurs als van gevestigde dichters."
Zo'n (zeker na 's mans overlijden) gevestigde dichter was de expressionistische apotheker Georg Trakl. Deze Oostenrijkse aan depressies geklampte zenuwlijder schreef in augustus 1914 het gedicht 'Im Osten'. Als verzorger-soldaat zat Georg Trakl toen zijn legerschoenen uit aan het Oostelijke front in Galicië. Drie maanden later, op 3 november 1914, stierf de immer onrustige Trakl aan een overdosis cocaïne. Zelfmoord? Ongelukje? Wie geeft bescheid? Feit is: zo'n grandioos dichtende, gevoelige ziel als Georg Trakl hoorde niet in de oorlog thuis. Alleen al in de toon van zijn allereerste gepubliceerde gedichten schuilde een roep, een wens naar dienstplichtverzuim. De andere kant van de frontmedaille: zonder traumatische oorlogservaringen geen van zo'n fabelachtige beeldrijke lyriek à la Trakl.

In het oosten

Op de wilde orgels van de winterstorm
lijkt de duistere razernij van het volk,
de purperen golf van de veldslag,
van ontbladerde sterren.

Met gebroken wimpers, zilveren armen
wuift de nacht naar stervende soldaten.
In de schaduw van de herfstige es
zuchten de geesten van gevallenen.

Doornige woestenij omgordt de stad.
Van bloedende treden jaagt de maan
de geschrokken vrouwen weg.
Wilde wolven braken door de poort.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...