"Ach, wie ist es schön, schön ist es doch. In der Luft ist's so schön, so schön, so schön, so schön. Liri, liri li, schön ist's in der Luft."
Op dat schreeuwlelijke gedoe dat 'Boekenfestijn' heet, heb ik zodoende een heel klein vogel-cv'tje met me naar huis mee weten te slepen. Nuja, slepen. Het boekje telt - noten, literatuurlijst, namenregister en verantwoording inbegrepen - hooguit honderdtwintig pagina's, weegt ongeveer evenveel als een kakelvers vogelei en gaat uitsluitend over één en dezelfde lyrische vogel: de leeuwerik. Filosoof Ton Lemaire schreef dit etno-ornithologische kleinood om twee redenen bijeen. Enerzijds trekt 's vogels geestdriftig liedje Lemaires aandacht al van sinds hij zelf uit het ei was en anderzijds beloofde de geschiedenis van de menselijke vindingrijkheid ten overstaan van deze vogel een bijzonder rijke oogst. Daarom ook dit boekje dat als een soort leeuwerikenbloemlezing dienst kan doen: geput uit volksgeloof, verzen en liederen. Of zoals wetenschapper Lemaire het in zijn leeuwerikenvoorwoord zelf benoemt: "Bovendien heb ik geprobeerd die uitingen te plaatsen in een cultuurhistorische context. Het is, ten slotte, ook een voorbeeld van de manier waarop mensen met dieren zijn omgegaan en daardoor uiteindelijk een bezinning op de plaats van de mens in de natuur."

En hoe goed de gekooide vogel - tevens zinnebeeld van de nooit te dwarsbomen kracht van een natuurlijke aanleg - ook te drinken en te eten krijgt, wist zelfs de laat-antieke filosoof Boëthius te opperen dat...
Toch hupt het rond in zijn nauwe behuizing,
Dierbare schaduw ontwarend der wouden,
En met de pootjes vertrapt het zijn eten,
Droevig verlangt het en klaagt om zijn bossen,
Bossen bezingt het in lieflijke wijsjes.
En een hoofdstukje daarvoor schrijft Ton Lemaire over de Europese graden van vogelvriendelijkheid: "In ieder geval zijn Engelsen, Schotten, Welshmen en Ieren bepaald vogel-'minded' te noemen.(...) Er lijkt een duidelijk verschil in vogelvriendelijkheid te bestaan tussen de Britten en de omwonende volken enerzijds en die rond de Middellandse Zee anderzijds; tussen volken met een Germaanse en Keltische achtergrond en die van een Romaans/Latijnse herkomst. Zowel het vogelen als sport alsmede de belangstelling voor de vogel in de folklore, de poëzie enzovoorts als ook de bescherming van vogels zijn vroeger en beter ontwikkeld in Noordwest-Europa dan in het zuiden." Zijn Portugal, Griekenland en Spanje - die door de kredietcrisis en de daaropvolgende recessie hun economie in elkaar zagen storten waardoor de werkloosheid in deze landen én hun begrotingstekorten al snel opliepen en bijgevolg hun kredietwaardigheid dreigde te worden verlaagd - daarom vandaag in ernstige financiële problemen terechtgekomen? 't Is met de schuifelende economie van een land ook een beetje zoals met de springerige leeuwerik bij de Brugse priester-leraar Gezelle...
Leeuwerke in den hemelstreken
blijft gij nimmer, nimmer lang,
maar gij moet het lied afbreken
van uw blijden morgenzang.
De leeuwerik: cultuurgeschiedenis van een lyrische vogel / Ton Lemaire.- Amsterdam: Ambo, 2004.- 123 p.- ISBN 9026318480
Reacties