Doorgaan naar hoofdcontent

Aleksandr Solzjenitsyn vandaag exact in de éénennegentigste cirkel!

Voorzitter: “Uw spreektijd is om.”
Solzjenitsyn: “Het gaat niet om spreektijd maar om het leven. (...) Men zegt dat men van het ene uiterste in het andere valt, maar dat betreft niet alleen mij. Men kan niet eindeloos de misdaden van Stalin verzwijgen en tegen de waarheid in gaan, want die misdaden troffen miljoenen mensen en zij eisen licht. Welke morele invloed heeft dit verdoezelen op de jeugd? De jeugd is niet stom, zij begrijpt. Ik ontken geen woord van mijn brief aan het Schrijverscongres (mei 1967) waarin ik schreef: “Ik weet dat ik mijn plicht als schrijver onder alle omstandigheden zal vervullen, en zulks met meer succes en meer gezag na mijn dood dan nu.” Niemand zal de weg naar de waarheid kunnen versperren en ik ben bereid daarvoor te sterven. Ja, ik ben bereid te sterven en niet alleen maar om te worden uitgestoten van de Unie van Schrijvers. Stem maar. U bent de meerderheid niet, maar vergeet niet dat de geschiedenis van de letterkunde zich voor de zitting van vandaag zal interesseren.”
Iemand uit de zaal: “Waarom publiceert men uw werk in het buitenland?”
Solzjenitsyn: “Geef eerst antwoord op de vraag, waarom men mijn boeken niet hier publiceert.”
Partijsecretaris: “U ontkent de leidende rol van de partij. Allen lopen met de partij in de pas, maar u niet.”

Bovenstaand fragment staat te lezen in een vergaderverslag van de Moskouse Schrijversbond. Het is 1969 en Aleksandr Solzjenitsyn, een voormalige wiskundeleraar die toen nog de Nobelprijs voor Literatuur achter zijn naam diende te zetten, wordt kort na de gebeurtenissen uit het fragment met veel poeha uit diezelfde Schrijversbond gegooid. Vandaag zou de beroemdste dissident van communistisch Rusland, met elf jaar strafkamp achter de rug, in zijn precies éénennegentig leeftijdcirkels mogen ronddraaien. Het autobiografische ziekenhuisverhaal 'Het Kankerpaviljoen' dat stikt in de allegorieën en de vertelling van drie politiek gevangengenomen vrienden neergeschreven in 'In de Eerste Cirkel' behoren tot 's jarige meest voorname berichten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...