
Het oude huis
De kamers waren donkerder geworden,
Maar geen ding van zijn eigen plaats gezet,
En aan den wand, tussen de blauwe borden,
Hing in ovalen lijstje het portret.
Zie de avond ernstig door het raam inkijken,
Het oude huis ruist van muziek en zang -
Een stoet van bloemen gaat dalen en stijgen
Rondom waar moeder is, op het behang.
Moeder, ik ken je nog: je zacht gelaat,
De rimpeltjes om je gestorven ogen -
Zing weer van God, die altijd naast ons staat -
Ik heb zolang naar het portret gekeken
Dat de ogen glansden en haar mond ging spreken,
En 'k hoorde vleugels, die door 't huis heen vlogen.
Martinus Nijhoff, uit: Verzamelde gedichten
De kamers waren donkerder geworden,
Maar geen ding van zijn eigen plaats gezet,
En aan den wand, tussen de blauwe borden,
Hing in ovalen lijstje het portret.
Zie de avond ernstig door het raam inkijken,
Het oude huis ruist van muziek en zang -
Een stoet van bloemen gaat dalen en stijgen
Rondom waar moeder is, op het behang.
Moeder, ik ken je nog: je zacht gelaat,
De rimpeltjes om je gestorven ogen -
Zing weer van God, die altijd naast ons staat -
Ik heb zolang naar het portret gekeken
Dat de ogen glansden en haar mond ging spreken,
En 'k hoorde vleugels, die door 't huis heen vlogen.
Martinus Nijhoff, uit: Verzamelde gedichten
Reacties