Doorgaan naar hoofdcontent

"Een flieder ernst dient in twee laagjes lol verpakt."


“Het televisiepubliek aan de andere kant van het scherm is niet zo achterlijk als omroepbazen tegenwoordig in Hilversum denken. Maar dan moet je de kijkers niet buitensluiten. Niet op een ons-kent-ons-toon over kunst en cultuur praten, maar in een bijzin uitleggen waar het over gaat. Altijd die nieuwsgierige scholier in gedachten houden. Nooit de karakters van de roman zonder nadere introductie bij de naam noemen, of gedetailleerd over de inhoud praten als nog geen kijker de kans heeft gekregen een boek in te zien. Maar wel de schrijver voorstellen, de ideeënwereld presenteren, in de hoop dat er een vonk overslaat en de kijker na afloop met het werk zelf kennis wil maken. Het klinkt eenvoudig maar het gebeurt zo zelden. Te vaak worden er gesprekken over de hoofden heen gevoerd en nog veel vaker wordt er gehurkt. Een flieder ernst dient in twee laagjes lol verpakt. Gesandwicht heet dat in Hilversum. Met het gevolg dat wie ernst zoekt, wegvlucht. En die lolbroek keek toch al niet.
(…)
Het is juist zaak niet de concurrentie met populaire programma’s aan te gaan. Boeken zullen altijd minder kijkers trekken. Niet zozeer een elite maar, zoals gezegd, een klein weetgierig publiek. Mag ook dát publiek bediend? En dan niet tegen middernacht omdat kunst nou eenmaal moet, maar gewoon een uurtje na de afwas.
(…)
Je hoort en leest die besprekers wel eens. Ze verslinden duizenden bladzijden voor een rubriek. Jaag je daar de bedeesde lezer niet juist mee weg omdat er aan zoveel ijver niet te tippen valt? Graaf eens in uw geheugen. Hoeveel boeken van meer dan duizend bladzijden heeft u werkelijk uitgelezen? Als ik op zeven kom is het veel. Geloof me: over belezenheid wordt meer opgeschept dan over seksuele prestaties.
(…)
Nog steeds peilt Hilversum graag de culturele verlangens van het volk. Proefzendingen maken is normaal. Proefpanels dicteren het niveau. Hoe weten mensen eigenlijk wat ze willen zien? Onbekend maakt onbemind. Democratie is dodelijk voor de goede smaak. Én voor vernieuwing. Ik zou in ieder geval nóóit door zo’n kijkersonderzoek zijn gekomen. Dat arrogante toontje alleen al. En dan nog wijn schenken ook! En roken. Niet tutoyeren. Je neus ophalen voor voetbal. Zo’n pedante nuf hoeven we niet.
(…)
Ja, natuurlijk zit er veel troep onder de grote publiekssuccessen. En nee, ik betrek het juist niet op mezelf; over de ontvangst van mijn boeken heb ik geenszins te klagen. Wat mij stoort is de hooghartigheid. Het buitensluiten. Sla de lezers niet van de brug. Zie het populaire boek als mogelijke wegbereider. Naïef? Troost je dan met het feit dat mensen die ‘pulp’ kopen het menig uitgever mogelijk maken ook iets goeds dat minder verkoopt uit te geven.”

Nederlands boekenprogrammamonument Adriaan van Dis laat in zijn gelegenheidsuitgave ‘Op de televisie. Herinneringen aan een boekenprogramma’ het achterste van zijn weinig gemarketeerde boekenprogrammatong zien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...