Doorgaan naar hoofdcontent

Een overheerlijk idee voor alweer heel wat wetenschappelijk gepalaver!

Dat er over de relatie tussen 'gras' en 'vaderlandsliefde' in de wereldliteratuur tot nog toe weinig wetenschappelijke werkstukken zijn afgeleverd, kan ik alleen maar betreuren. Genoeg bronnen als je het mij vraagt. Te beginnen bij de Amerikaanse extaticus Walt Whitman en zijn 'Leaves of Grass'. Eén eindwerkhoofdstukje en dan is de schijnbaar naar patriottisme ruikende Whitman-kous al af. Benadruk dat Zijne Amerikaanse Opperste Baard gewoonweg van álles hield, dat hij het leven zag als iets vluchtigs dat opging in het eeuwige stromen van de dingen en dat zowaar zijn gras blij diende te zijn met de grasschaar omdat het nu eenmaal zijn lot was om te worden gekortwiekt. Met andere woorden (tevens je eerste conclusie): vaderlandsliefde behelst een duidelijke opvatting van het goede tegenover het kwade en dat alleen al stelt deze zonderlinge schrijver buiten verdenking.


Héél belangrijk is dat je daarna een beetje uitweidt over de schrijver 'Walt Whitman'. Héél gemakkelijk daar de man, een soort van Amerikaanse visionaire derwisj die zijn ganse leven lang bezig is geweest met het reviseren en uitbreiden van zijn natuurballade 'Leaves of Grass' waarin hij alles en iedereen bejubelt, pas in 1891 zijn definitieve sterfbededitie van datzelfde 'Leaves of Grass' uitgaf. Raak, teneinde je lezers bij de zaak te houden, nog eventjes aan dat dit gedicht de Verenigde Staten wás, het land dat Whitman liefhad. Maar maak zeker geen bruggetje naar patriottisme. Dat zou alleen maar extra kritische vragen met zich meebrengen. En daar ben je, als laatstejaars vergelijkende letterkunde, onvoldoende tegen gewapend. Zeg zachtjes dat Homerus ook van Griekenland hield en betwijfel of je deze klassieke epische dichter daarom ook een patriot dient te noemen. In het meest gunstige geval zeg je dat deze stelling onderwerp kan zijn van een nog te schrijven andere wetenschappelijke studie. Voeg daarbij bijna naïef-intelligent aan toe dat slechts de allergrootsten onder de dichters nooit zo klein zouden denken. En daarmee is alles gezegd. Einde hoofdstuk. Onderaan het besluit van je eerste kapittel kan je dan nog gerust enkele regels van Walt Whitman toevoegen. Zoiets maakt altijd indruk. Maar zwijg, voor eigen bestwil, alstublieft in alle talen over Cunninghams 'Stralende dagen'!

Ik heb gezegd dat de ziel niet meer is dan het lichaam,
En ik heb gezegd dat het lichaam niet meer is dan de ziel,
En voor een mens is er niets, God incluis, dat zijn zelf te boven gaat,
En wie een stap doet zonder meegevoel, slaat de weg in naar zijn eigen graf,
Gehuld reeds in een doodskleed,
(...)

Maak daarna van die 'vaderlandsliefde' uit je dissertatietitel gewoonweg 'liefde'. Verontschuldig je eerst bij je lezers en ga dan gewoon verder. Laat het eerste hoofstuk over dat vermeende patriottisme in Walt Whitmans 'Leaves of Grass' zeker niet achterwege. Met Whitman scoor je bij het kransje lectoren in de eindwerkenjury altijd! Toegegeven: de samenstelling van het panel beoordelaars kan, bij het nemen van deze beslissing, doorslaggevend zijn. Bij twijfel begin je het best toch maar met met deze schrijver die het zelf ergens ook als volgt verwoordt:

(...)

En er is geen ambacht of de jongeman die het uitoefent kan een held worden,
(...)
En ik zeg tegen elke man en vrouw: plaats uw ziel kalm en vol vertrouwen tegenover een miljoen universa.

Succes gegarandeerd! Je hebt nu met verve je wetenschappelijk onderwerp beperkt tot de relatie 'gras' en 'liefde' in de literatuur. Keer in je tweede hoofdstuk zachtjes terug naar onze vaderlandse letterkunde en begin bij Johan Daisne. In zijn gedicht 'Geen afscheid van moeder', geschreven op de rouwbrief naar aanleiding van het overlijden van moederlief, haalt ook de oud-bibliothecaris van Gent het groene natuurverschijnsel 'gras' eventjes aan. Citeer het volledige gedicht en ga dan heel zorgvuldig op zoek naar andere wetenschappelijke bronnen over 'afscheid nemen', 'bloemen', 'liefde' en 'groen' in de Nederlandse literatuur. Over dat laatste zal je weinig vinden. Maar niet getreurd: ook in dit geval is er hoegenaamd geen sprake van enig verband tussen 'gras' en 'liefde' in onze literatuur. Dat zal dan ook je tweede besluit worden. Promotoren, professoren en lectoren zullen met deze twee kort op elkaar volgende conclusies aanvankelijk heel wat moeite hebben. Ik weet het, de verleiding is héél groot maar ga nu zeker niet de man spelen! Academici kunnen daar niet zo goed tegen. Daar je argumentatie voldoende stevig is, moeten ze die twee besluiten ook maar eventjes slikken. En dat kunnen ze, de Vlaamse proffen! Maak dan, tegen een gemiddelde van vijftig bladzijden per hoofdstuk, een uitvoerige wetenschappelijk verantwoorde trip. Lang leve het academisch onderzoek en hiep hiep hoera voor Johan Daisne!

Geen afscheid van moeder

Je bent nu as,
maar van het ras
van vogel Feniks.

Al wat je was,
leeft in het gras
en in het Zenit.

Al wat je gaf,
blijft uit je graf
bloeien als roos

van liefde, weergaloos.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...