Een dikke maand geleden besloten enkele heren in de Brusselse Raketstraat verschillende Knackse pagina's te wijden aan levend dansverhaal Jeanne Brabants. Het werd zowaar tijd!
Op de vraag of Jeanne, met de bijna negentig tutu's om haar middel, nog steeds danst, vallen volgende woorden: "Nee, ik kan het niet meer. Ik stap als een meikever. Ik doe nog wel elke morgen mijn oefeningen in de badkamer. Maar oude mensen, dat zijn lappendekens. Patchworks die ze aan elkaar houden."
Iets verderop in haar portret heeft Jeanne ook een verklaring klaar waarom men in Vlaanderen nog steeds zo neerkijkt op dans: "We zijn maar dansers. Bij choreografen ligt dat anders. Dat komt ook omdat choreograaf zo'n moeilijk woord is. Als ik een voordracht gaf en aan een zaal vroeg 'weet er iemand wat een choreograaf is?' volgde er altijd een stilte. Mensen hebben meestal wel respect voor dingen die ze niet kennen."
Een waarheid als een dansende koe.
Over de kennismaking met haar grote liefde Bert Van Kerkhoven, voormalig NIR-radiojournalist die Jeanne vóór haar debuut op de radio van haar Antwerpse accent diende af te helpen en waarmee vrouwtje Brabants vijftig jaar getrouwd is geweest, vertelt Jeanneke met kleine pretoogjes: "Hij was 14 jaar ouder dan ik, maar behandelde mij alsof ik negentien was. Hij was heel beschermend. Enorm erudiet en belezen, ook. Hij werd al snel mijn mentor en grote liefde. Hoe ga ik hem een heel leven kunnen boeien, dacht ik toen. Ik wou niet onderdoen voor hem. Niet eindigen als twee oude vogels die niets meer tegen elkaar te zeggen hebben. En dus begon ik ook heel veel te lezen."
Zwierende poëzie over de geheimen achter een goed huwelijk.
En dat Jeannes woorden dikwijls met humor swingen, getuigt de repliek op haar geweigerde baronessentitel: "Ik wou die titel nochtans eerst aanvaarden. Niet voor mezelf maar voor de dans. Tot ik hoorde dat je daarvoor moest betalen: 130.000 frank! Ik kon dat niet ophoesten. En dan was er nog iets: van mijn drie kinderen was er toen maar één getrouwd. Die zou dan jonkman worden, de anderen niet. Ik dacht: nu gaat die koning ook nog mijn kinderen discrimineren."
Lees snel dit uit Stijn Tormans' tekstverwerker geschud zaligmakend portret van een supergroot, klein dansmadammeke!
Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...
"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...
Reacties