Afgelopen nacht, tussen twee biatlonraces op 'den Duits' door, broedde ik op een hoogsteigen businessplan voor deze weblog. Verrukkelijk! Blijkt vandaag dat met een streepje Russische bellettrie en een handvol toegezonden foto's van straat-naamborden vernoemd naar deze blog deze digitale onderneming er weer een hoop rendabele vooruitzichten bij krijgt. Enig! Wat een snelgeklaarde klus! Ondernemen, beheren en communiceren blijven op de keper beschouwd mijn altijddurend leitmotief. Beeldig! Met dank aan a voor de digitale afdrukken! Betoverend!
“Er bestaat niets mooiers dan de Njefski Prospekt, althans niet in Petersburg: voor Petersburg betekent zij alles! Is er ook maar íets denkbaar dat ontbreekt aan de luister van deze schoonste aller straten van onze hoofdstad? Ik houd mij ervan overtuigd dat niet één van Peterburgs bleekneuzen en ambtenarenbevolking de Njefski Prospekt voor wát ook ter wereld zou willen ruilen. Niet alleen zij die vijfentwintig jaren tellen, een fraaie snor bezitten en een voortreffelijk gesneden jas, zijn verrukt over de Njefski Prospekt, maar ook zij aan wier kin witte haren ontspruiten en wier hoofd zo glad is als een zilveren schaal."

"Ook treft ge hier de prachtigste snorren aan, welke zich met geen pen, met geen penseel laten uitbeelden: snorren waaraan het beste deel van het leven is gewijd, voorwerp van voortdurende waakzaamheid bij dag en bij nacht: snorren die zijn besprenkeld met de heerlijkste parfums en aroma’s en ingewreven met de kostbaarste en zeldzaamste pommades; snorren welke ’s nachts in dun velijn worden gewikkeld; snorren waarover de adem van de tederste genegenheid hunner bezitters heenstrijkt, en die de afgunst opwekken van de voorbijgangers."


“Er bestaat niets mooiers dan de Njefski Prospekt, althans niet in Petersburg: voor Petersburg betekent zij alles! Is er ook maar íets denkbaar dat ontbreekt aan de luister van deze schoonste aller straten van onze hoofdstad? Ik houd mij ervan overtuigd dat niet één van Peterburgs bleekneuzen en ambtenarenbevolking de Njefski Prospekt voor wát ook ter wereld zou willen ruilen. Niet alleen zij die vijfentwintig jaren tellen, een fraaie snor bezitten en een voortreffelijk gesneden jas, zijn verrukt over de Njefski Prospekt, maar ook zij aan wier kin witte haren ontspruiten en wier hoofd zo glad is als een zilveren schaal."
"Ook treft ge hier de prachtigste snorren aan, welke zich met geen pen, met geen penseel laten uitbeelden: snorren waaraan het beste deel van het leven is gewijd, voorwerp van voortdurende waakzaamheid bij dag en bij nacht: snorren die zijn besprenkeld met de heerlijkste parfums en aroma’s en ingewreven met de kostbaarste en zeldzaamste pommades; snorren welke ’s nachts in dun velijn worden gewikkeld; snorren waarover de adem van de tederste genegenheid hunner bezitters heenstrijkt, en die de afgunst opwekken van de voorbijgangers."
"Maar de vreemdste dingen gebeuren toch op de Njefski Prospekt. O, vertrouw haar niet, deze Njefski Prospekt! Ik hul mij altijd dichter in mijn mantel wanneer ik haar betreed en doe mijn best niet te kijken naar de dingen die er zich voordoen. Het is alles bedrog, alles een droom, alles anders dan het schijnt. Ge denkt dat die heer die daar gaat in die perfect gesneden jas, zeer rijk is? Geen kwestie van; de hele man bestaat alleen uit deze ene jas. Ge verbeeldt u dat die twee dikkerds daar voor die in aanbouw zijnde kerk, zich een oordeel vormen over haar architectuur? In het geheel niet: zij hebben het er over hoe gek die twee kraaien daar tegenover elkaar zitten."
"En blijft uit de buurt, blijf in ’s hemelsnaam ver uit de buurt van het licht der lantaarns en loop vlug, zo vlug als ge kunt aan ze voorbij! Ge moogt van geluk spreken indien ge er af komt met enkel een vieze olievlek op uw elegante jas. Maar niet alleen in de lantaarns, in alles schuilt bedrog! Ze liegt en bedriegt op ieder uur van de dag, de Njefski Prospekt, en het ergst van al wanneer de nacht zich over haar uitspreidt als een dichte wade waar de witte en gele muren der huizen zich uit losmaken, wanneer de hele stad één en al gedreun wordt en lichtgeflonker, myriaden rijtuigen over de bruggen rollen, de voorrijders zich schreeuwend hoog opgooien in hun zadel, en wanneer de duivel zelf de lampen ontsteekt enkel en alleen om alles een onwezenlijk aanschijn te verlenen.”
Uit: Gogolj, N. (1976). Petersburgse vertellingen. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, vierde druk, p. 16, 20, 59 en 60.
Reacties