Doorgaan naar hoofdcontent

"Hij had een accordeon mee. "La Guerre est finie-ie-ie." 'k Peisde, 't ventje weet niet waarover dat hij zingt. Marie heeft de oorlog gezien."


Op 11 november 1918 bevond de Westouterse schone Marie Beck zich op de markt van het Noord-Franse Rouen. Het kind was vijfentwintig, vluchtelinge en zich van geen enkel oorlogseinde bewust. Toch niet als een Franse jongen met een trekzak tussen de handen liederen over het slot van een wereldtweedracht aanhief. In het in 1978 uitgegeven volksboek 'Van den grooten oorlog', waarin oorlogsverhalen en -anekdotes van ooggetuigen door rondreizende leden van de 'Elfnovembergroep' zorgvuldig werden bijeengescharreld en uitgetikt, herinnert de toen vijfentachtigjarige Marie Beck zich van al dat oorlogsgevier wel nog het volgende:
"De mensen liepen al samen op de markt. Volk dat er was. 't Was een echte kermis. Je kunt gaan peinzen. Vier jaar miserie. Gedaan! Fransen en veel Belgische vluchtelingen. De café's waren meer dan vol. Er is een schonen sou verdiend die dag. En zingen!
't Was daar een die op een kist ging staan. Hij had een accordeon mee. "La Guerre est finie," zong hij. Schone wei. "La Guerre est finie-ie-ie." 'k Peisde, 't ventje weet niet waarover dat hij zingt. Marie heeft de oorlog gezien. Miserie is 't. Er is niets schoon d'raan. "Nos héros..." Onze helden. Ja, der waren helden, mensen die deden wat ze moesten en courage hadden en koude en honger hadden. Maar geen helden lijk in zijn liedje. Niemand risqueert voor de glorie. "Nos héros..." Helden. Mensen, die lijk alle mensen benauwd waren door zulke schrikkelijke dingen. In geen tijd, elk zong mee.
't Waren er vele dronken die dag.
We hebben ook kerremis gehouden, onder mekaar, Belgische vluchtelingen, familie. Een keer wel gegeten.
's Avonds kwam er een dépêche. 't Was uit met de kermis. Hector Fever was geschoten, vijf minuten voor den elven, te rap uit zijn tranchee gekomen. Je kunt gaan peinzen, de broere van Daniël die getrouwd was met onze Germaine..."(*)

Marie Beck slaat, zeker wat haar bedenkingen omtrent onze voortdurende behoefte aan heldenverering betreft, oorlogsnagels op koppen. Slim dametje. Zestig jaar gerijpt. Indien iedereen zo lang de tong in cirkels zou moeten draaien alvorens er woorden uit te schieten. 't Zou mooi worden daarbuiten, toch? En zo zijn er nog mooie woorden en gedachten van andere gewone lui: Maria Govaere, Jules Leroy, Henri Callens, Julie Cattrysse, Erwin Mengering, Lucien Loridan, Georges Deconinck, Maurits Liefooghe, Berthe Freyne, Florent Denuwelaere, Gaston Boudry,... Al deze mensen maken met hun persoonlijke herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog, sedertdien voor de eeuwigheid bewaard, van dit volksboek een héél lezenswaardig ding. Een geluk! Want ons bestand WOI-ooggetuigen is vandaag zo goed als leeg.

(*) Uit: Barbry, E., e.a., Van den grooten oorlog, 1978, Kemmel, Malegijs, p. 301.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...