
"Als ík vond wat iedereen vindt
wou ik óók dat ik los van je was,
maar ik ga en ik zit aan je vast.
Jij aan mij. Ga je gang, doe één pas -
Spijkers van maan, gloeiend rood
smeden mijn lijf aan je schoot."(*)
Federico García Lorca, tragedie in drie bedrijven en zeven taferelen, staat in 2011, met zijn vijfenzeventig zomers onvindbaar onder de zoden, een gans jaar in de schijnwerpers. Zowel in ons taalgebied, dankzij Bart Voncks (nu) en Dolf Verspoors (vroeger) voortreffelijk vertaalwerk, als in dat van Spaanstalig Europa. Alleen al daarom stellen de Utrechtse organisatoren van 'Literaire Meesters 2010' hun festival volledig in het teken van deze toneelschrijvende en dichtende dandy-kameleon. Met daaraan verbonden: een heuse dichtwedstrijd waarin Spaansdichtend en Nederlandsschrijvend grut wordt opgeroepen een ode te brengen aan Lorca himself. Op papier dan, welteverstaan.
Laat je inspireren door Lorca's eigenste ode aan Walt Whitman en maak kans op een heuse publicatie of op een weekendje Fuente Vaqueros. Ik houd het, tussen aanstaande 7 en 21 november, bij het iets minder avontuurlijke: "Vamos a Utrecht!" Wat, in mijn geval, ook al een hele klus is.
(*) Uit: García Lorca, F., Bloedbruiloft; Yerma; Na verloop van vijf jaar, 1985, Amsterdam, Meulenhoff, p. 81.
Reacties