
Met een verrekijker voor de ogen overschouwt de weekhartige fronttoerist Cyriel Buysse in de zomer van 1916 de verderop in het land gelegen IJzervlakte en de streek rond Diksmuide:
“Wat is Austerlitz, wat is Leipzig, wat is zelfs Waterloo bij dit epos vergeleken? Dáár, in die groene vlakte, waar nu alles onder blauwen hemel en stralende zon schijnt te rusten; dáár, langs de kronkelingen van dien kleinen stroom, die bijna op geen wereldlandkaart is te vinden, werd, tusschen 18 en 29 October 1914, het verder lot van Europa voor tientallen van komende jaren en misschien wel voor eeuwen beslist; en ’t leger dat voor deze reuzetaak werd uitverkoren, was het kleine, afgematte, uitgehongerde en voor twee derden vernietigde Belgische leger!”(*)
(*) Uit: Buysse, C., Van een verloren zomer, 1917, Bussum, Van Dishoeck, p. 126.
(*) Uit: Buysse, C., Van een verloren zomer, 1917, Bussum, Van Dishoeck, p. 126.
Reacties