Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (23).

* "Een collega van mij toonde onlangs zijn studenten vijf fiches met telkens twee landen erop, zij moesten bij elke fiche aangeven in welk van die twee landen de kindersterfte het hoogst is. De gemiddelde score van die studenten was 1,8 op 5. Nu, als je een chimpansee dat laat doen, volstrekt willekeurig dus, is de score 2,5 op 5. Het probleem van die studenten is met andere woorden niet dat ze onwetend zijn, maar wel dat ze bepaalde dingen dénken te weten die helemaal verkeerd zijn. Dat geldt voor de meesten onder ons. We moeten veel dingen die we denken te weten, loslaten. En gewoon nederig naar de feiten kijken."

(Knack, 22/09/2010, de Britse bioloog Matt Ridley legt in een telefoongesprek met Joël De Ceulaer uit waarom er zo veel te lachen valt in zijn boeken.)


* "Een lokale Amerikaanse krant schreef over een Republikeinse kandidaat, die onder druk van de Tea Party een rechtse campagne had gevoerd, dat de weg terug naar het politieke centrum zo lang is dat hij maar beter een lunchpakket meeneemt."

(Knack, 22/09/2010, senior writer Hubert van Humbeeck legt in een opiniestuk uit hoe ver het politieke centrum soms kan zijn voor uitgeweken, traditionele politici.)


* "Delsaerdt laat niet na te vermelden dat de lethargie van de Brusselse KB aan de basis lag van de oprichting van zes Vlaamse Erfgoedbibliotheken die samen moeten doen wat Brussel niet vermag. Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws zijn echter de povere middelen die ter beschikking worden gesteld om deze gigantische taak uit te voeren. Zeggen en schrijven 300.000 euro per jaar krijgen deze zes bibliotheken om zich van deze enorme opdracht te kwijten. Hoog tijd dat dit bedrag drastisch wordt opgetrokken.
Mi lanct na di."

(Knack, 22/09/2010, Knack-medewerker Frank Hellemans legt in een opiniestuk uit tegen welke vaart het Vlaamse gedrukte erfgoed naar de knoppen schiet.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...