
Dat Tellegens mol en aardworm elkaar boven alles voorlezen uit de romans van Elfriede Jelinek en dat er tussendoor ook wordt gegeten en gedanst, maakt 's schrijvers dieren ongekend cynisch:
"Onder de grond, tussen de wortels van de eik, woonden de mol en de aardworm.
Ze leefden daar vredig, gingen bij elkaar op bezoek, dansten met elkaar, aten moddertaart en vertelden elkaar verhalen waarin geen lichtpuntje voorkwam."(*)
(*) Uit: Tellegen, T., Het wezen van de olifant, 2010, Amsterdam, Querido, p. 22.
Reacties