Toen dokter Heinrich Hoffmann (1809-1894) als kerstgeschenk voor zijn zoon in de lokale boekhandel een fijn geïllustreerd en door de nodige kinderrijmen omgeven geschrift zocht, bleef de psychiater een beetje met zijn honger leuren. Daarom besloot hij de verzen maar zelf te schrijven. Zijn zoontje was daar heel rouwig om. Geteld van die gruwelijke kerstmis af, moet dat kereltje nog maar weinig hebben geslapen. En na hem zoveel andere Duitse kindertjes. Want papa Hoffmann had immers de bloedige neiging stoute kinderen tegen het einde van zijn verzen van ongehoorzaamheid te laten creperen. 't Zijn geen fraaie dingen, zo u wil een beetje 'gothic'. Naar 't schijnt slaapt 't kind achteraf doorgaans als een steen in een bord soep.

Het verhaal van Soep Hein
Hein was kern- en kerngezond,
Een dikke knaap en kogelrond.
Hij had een hongerige maag
En lustte alles even graag.
Maar op een dag smeet hij zijn lepel neer
En riep: 'Ik lust die soep niet meer!
Nee, die soep die eet ik niet!'
Ja ja, maar al de volgende dag
Kon je zien dat hij magerder zag.
Weer zette Hein een keel op:
'Ik eet die soep niet, hou toch op!
Ik lust die soep niet meer,
Begrijp dat nu een keer!'
En de derde dag, o gut, o gat,
Zag Hein zo mager als een lat!
Daar werd de soep weer opgediend,
Maar daar was Hein niet van gediend:
'Ik eet die soep niet, snap dat dan!
Die soep is niet mijn pakkie-an!
Laat die soep toch in de pan!'
Op dag nummer vier
Was hij zo mager als een pier,
En op dag vijf was onze zielenpoot
Als diezelfde pier zo dood.
Hein was kern- en kerngezond,
Een dikke knaap en kogelrond.
Hij had een hongerige maag
En lustte alles even graag.
Maar op een dag smeet hij zijn lepel neer
En riep: 'Ik lust die soep niet meer!
Nee, die soep die eet ik niet!'
Ja ja, maar al de volgende dag
Kon je zien dat hij magerder zag.
Weer zette Hein een keel op:
'Ik eet die soep niet, hou toch op!
Ik lust die soep niet meer,
Begrijp dat nu een keer!'
En de derde dag, o gut, o gat,
Zag Hein zo mager als een lat!
Daar werd de soep weer opgediend,
Maar daar was Hein niet van gediend:
'Ik eet die soep niet, snap dat dan!
Die soep is niet mijn pakkie-an!
Laat die soep toch in de pan!'
Op dag nummer vier
Was hij zo mager als een pier,
En op dag vijf was onze zielenpoot
Als diezelfde pier zo dood.
Reacties