
Vandaag is Brussel dé plaats van een mars vóór een snelle regering. Als ik me niet vergis gaat het initiatief uit van een aantal VUB-studenten. Zelfs rector Paul De Knop heeft beloofd zijn loopschoenen aan te zullen trekken. Als de rest van de betoging, gezien het sportieve verleden van deze universiteitsbaas, nu maar mee kan.
Wegens toenemende, stekende pijnen in mijn voetengewrichten ben ik gebonden aan de eigen huiskamerzetel. Jammer. Zo'n oude knar als ik zou al dat jonge België-geweld, daar in Brussel, best wel eens kunnen gebruiken. Hoewel ik niet echt ben overtuigd van een 'snelle' maar eerder van een 'degelijke' regering kan ik het ongenoegen van al die (jonge) protestmarslopers maar al te goed verstaan. En als ik vragen heb bij de dingen die zich vandaag in ons kleine landje afspelen dan ben ik geneigd me in alle stilte af te zonderen om me op de blote knieën te richten tot hét orakel van Nevele, de heer Cyriel Buysse. Een schrijver die zich bijna nooit voor een Vlaamsgezind of Belgicistisch gat liet vangen en die samenhorigheid en solidariteit veel hoger in het vaandel droeg. Af en toe maakte onze goede vriend-literaat van de gelegenheid gebruik om over die ganse Vlaamse kwestie toch even zijn gal te spuwen:
"Ik ben trouwens van meening, dat al het heen en weer gepraat en gedoe der laatste tijden over de Vlaamsche kwestie en veel andere, specifiek-Belgische zaken, op weinig uitzonderingen na, niets is dan nutteloos geleuter en gezwets. Emigranten-dilettantisme: meer niet![…] Iedere echte goede vaderlander weet duidelijk wat zijn allereerste plicht is. Dat is als één rechte, strak-gespannen lijn, zonder de minste afwijking. Daar hoeft niet eens verder over gesproken."(*)
Van Cyriel Buysse krijgen de betogers alsvast de permissie. Jammer van mijn voetenjicht.
(Het prentje, afkomstig uit het Liberaal Archief, toont een aantal Vlaamse hogeschoolstudenten die tijdens de Eerste Wereldoorlog gretig meeliepen in allerlei activistische betogingen: mét hulp van de bezetter op zoek naar méér faciliteiten voor de Vlamingen.)
(*) Uit: Buysse, C., Van een verloren zomer, 1920, Bussum, Van Dishoeck, p. 20.
Reacties