Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (25).


* "Het valt te vermoeden dat dat meer pathetiek dan werkelijkheid is geweest. Je moet tenslotte geen Molière kunnen citeren om te functioneren in een loopgraaf en ik geloof ook niet dat de Vlaamse rekruten van toen dom waren. Maar het verhaal is wel sterk en maakt de cultuur van achteruitstelling voor iedereen duidelijk. Onze held is gesneuveld omdat hij niet wist dat hij zijn kop moest intrekken! Onderschat niet wat zoiets losmaakt."

(Knack Extra, 02/02/2011, Vlaams historicus Bruno De Wever over de mythe van de Franstalige Belgische legerleiding die tijdens de Eerste Wereldoorlog door onverstaanbare bevelen Vlaamse piotten massaal de dood injoeg.)


* "In de kerk zit ik naast tante Henriette. Haar lippen prevelen geen gebeden en de mensen zouden kunnen denken dat zij sliep. Doch bij pozen, als de wind langs de ramen zoeft, en er worden nadien als kleine stukjes glas tegen de ruiten gestrooid, dan zie ik haar een schuwe blik om zich heen werpen. Ik doe onvoorziens een belangrijke ontdekking: haar ogen baden in glinsterende tranen; als zij de ogen sluit heeft zij nog juist de tijd om het aangezicht achter haar kerkboek te verbergen. Zij zit houterig op haar stoel geknield, in een vermoeiende kaarsrechte houding, die niet vermoeden laat welke wrede nadenkendheid haar gemoed verscheurt."

(Op aandoenlijk-weemoedige wijze geeft Maurice Gilliams in 'Elias of het gevecht met de nachtegalen' de weinig vermoeiende strapatsen van de twaalfjarige Elias zomaar aan de geconcentreerde lezer cadeau. Een uiterst curieuze roman in een soort van poëtisch proza gegoten: over het tekenen van flink opgedraaide snorretjes boven van pijn trillende lippen, over bomen die tegen de wind in worden weggeduwd en weggeslingerd in blanke ledigheden, over het zich verkleden in een muf riekend gordijnengoed dat geurt naar dennegroen en walmt van smeltend kaarsvet,... Dit kleine romannetje ademt zo'n apart parfum dat de lezer ervan zich voortdurend aan de leuning van Mellery's trappen bevindt.)


* "In een willekeurige dag van een mensenleven zitten nu eenmaal heel veel dode momenten. Ik vind die echter vaak het interessantst,(...) Ik zie dat graag: een ontbijtscène waarin weinig gezegd wordt. Ik vind dat zalig en zou er uren naar kunnen kijken."

(Knack Focus, 09/02/2011, televisiemaker Jan Eelen over zijn televisionaire voorkeuren.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...