Doorgaan naar hoofdcontent

De vrouw: verstandelijk doch genotziek wezen!


"Zelf van geringe afkomst, hield ik van de gewone man of wat men noemt de simpele klasse." Zo verwoordde de Deense letterkundige Søren Kierkegaard in 1848 zijn standpunt tegenover zijn literaire werkzaamheden. Zijn diep religieuze vader kreeg, uit een huwelijk met een dienstmeisje, zeven kinderen waarvan er vijf stierven. Slechts twee overleefden: de geesteszieke Peter Christian, die later bisschop werd, en Søren, de denker van de innerlijkheid. Beide zonen moesten, als straf van God over de familie en volgens papa's zwaarmoedige religieuze gedachten, vóór hun drieëndertigste zien te sterven. Allebei beslisten ze daar anders over. Daar de jonge begaafde Søren niet wist hoe hij zijn groeiende geestelijke kracht in toom diende te houden, onttrok de wanhopige jongeling zich in 1836 aan het christendom, liet hij zich daarna gaan in allerlei zelfmoordgedachten en combineerde die tenslotte met een liederlijk leven. Toen in 1838 zijn vader stierf, werd diens zwaarmoedige geest in het tengere lijf van Søren geblazen: "Een schokkende gebeurtenis voor mij waarover ik nooit met iemand gesproken heb." Zijn broekzakken werden van toen af aan gevuld met een niet onaanzienlijk gedeelte van de erfenis.
De Duitse romantiek, het Hegeliaanse systeem en zijn seksueel onvermogen deden hem afzien van een huwelijk. Verder doctoreerde deze briljante student in de filosofie op het begrip ironie en beleefde hij bijzondere successen met de uitgave van zijn eigen, bij momenten leesbaar werk. Bij Kierkegaard is de waarheid gelegen in de subjectieve innigheid waarmee de enkeling zich uitsluitend om zijn eigen bestemming bekommert. De alsmaar grotere innerlijkheid gaat bij Kierkegaard hand in hand met het vinden van het eeuwige ik, die dan te overwinnen om uiteindelijk definitieve genezing te vinden in de armen van de zaligheid. Eén van die etappes staat beschreven in zijn in 1844 uitgegeven werk 'Angst', over het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke begeerte en de basisfundamenten van het daaruit voortvloeiende filosofische bregrip 'angst': "Ethisch beschouwd culmineert de vrouw in de procreatie. Daarom zegt de Schrift, dat haar begeerte tot den man zal zijn. Weliswaar is de begeerte van den man ook tot haar, maar zijn leven culmineert niet in die begeerte; tenzij hij dwaas of heelemaal verloren is. Maar het feit, dat de vrouw daarin culmineert, bewijst juist, dat zij zinnelijker is. De vrouw kent meer angst dan de man. Dit komt nu niet, omdat zij minder physieke kracht heeft, want van dit soort angst spreken wij hier heelemaal niet; maar dit komt, omdat zij zinnelijker en toch, evenals de man, wezenlijk geestelijk bepaald is."
In rekening te brengen met een denkers werk: diens leven!


Angst. Uit het Deensch vertaald door S. van Praag / S. Kierkegaard. - Amsterdam : De Gulden Ster, s.d. - 211 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...