Met deze afsluitende regels uit 'Gelukkig als de goden' trapt Sapfo van Lesbos de erotische mix van poëzie en tijdreizen van het uitmuntende samenstellersduo Stassijns en Van Strijtem af. Door gebrek aan goden geen Nederlandstalige dichters in deze bloemlezing. Terecht. Want hoe goddelijker, hoe beestachtiger zoals Stassijns het in zijn inleiding zelf formuleert. Onze Noordzeelucht heeft nagenoeg nooit veel dichtende goden voortgebracht, laat staan beesten. Bloemlezers daarentegen ten overvloede. Rijkelijk bediend Noordzeegat! Waar erotiek en poëzie samen achter zitten aan te schuiven om beurtelings des lezers geest soms zachtaardig, regelmatig brutaal, te penetreren. U leest het al, van erotiek en metaforen heeft ieder beginnend schrijver wel de pen vol. Al het plezier en het verlangen worden terstond uit hun ketenen bevrijd, deuren en vensters wagenwijd open, kamers gevuld met geuren van pas gesnoeide gazonnen en in elkaar verstrengelde lichtgevende lichamen. Lang leve bloemlezers Stassijns en Van Strijtem! Al moet gezegd dat de volledige naam van de gecontesteerde Duitse minister van Defensie, Karl-Theodor Maria Nikolaus Johann Jacob Philipp Franz Joseph Sylvester Freiherr von und zu Guttenberg, bijna leest als een regel uit een gedicht van Gamoneda.

In mijn geest begonnen alle bomen te kreunen toen ik weer moest
denken aan je slipje in het donker, aan het licht onder je huid, aan je levende bloembladeren.
Soms reizen de dronken duiven en trekken dwars door verjaardagen.
Dat naakt je erbarmen kome, ach, sterfelijke duif, dochter van het veld.
Antonio Gamoneda, uit: Boek van de kou (2006)
Reacties