Doorgaan naar hoofdcontent

"Wat Tieltsch is, vielsch is."

Terwijl de halve redactie van Uitgeverij Lannoo na een opdracht van Roularta gewoonlijk aan een diepe middagdut begint, veroorzaken de grafici van Studio Lannoo, als reactie op hun tukkende collega's in de warme redactielokalen, meestal misselijkmakende lelijke boekcovers. Getuige daarvan: de gotische, goudgele letters op de zwarte boekomslag van het eerste deel van de geschiedenis van Vlaanderen, een vierdelige box in opdracht van de mannen op de etage boven die van Rik Van Cauwelaert, de hangende Sjah in de pluchen fauteuils van de Kanaal Z-studio's.
Over het algemeen lezen mensen wat in boeken staat afgedrukt. Gelukkig maar. Alhoewel? Welke uitgever vertelde onlangs nog dat hij aan het zindelijke gevolg van zijn product, de tientallen intieme leesuren op de billen van de lezer, heel veel belang hechtte en daarom het volledige boek, inclusief omslag en letterzetting, als iets exclusief en kostbaar zag? Was dat niet ene H.P. uit het noorden van A.?
Cover opengeslagen... ergernissen weg? Niet zo bij de uitgave '1302: opstand in Vlaanderen'. Alsof een imaginaire letterdief, wegens het door de verschillende interpretaties ervan verbrande onderwerp, persoonlijk in de Vlaamsche potten heeft geroerd. Woorden die midden in een zin plotsklaps én foutief in tweeën worden gesplitst, zichzelf voortproducerende en achter elkaar afgedrukte leestekens, gedachtestreepjes die hun achterhoede vergeten te sluiten, verschillende hoofdletterloze woorden,... Het is me wat met dit boek. Jammer, want over de inhoud ervan heeft de lezer alvast niet te klagen. Een smakelijk relaas over het graafschap Vlaanderen en zijn toenmalige CEO's dat leest als het betere geestelijke achtervolgingsverhaal. Dat de zinnen hier en daar plots ophouden te bestaan, kan de nietsvermoedende lezer doen twijfelen aan de historiciteit van het gepubliceerde in kwestie. In het beste geval vraagt hij zich af of het dan toch zou gaan om het laatste, postume vormexperiment van de betreurde Belgische kunstenaar Philippe Vandenberg? Of worden die in opdracht gemaakte uitgaven bij Lannoo vanuit de Tieltse bossen geredigeerd? Shame!
Toch af en toe onbedoeld grappig... dit boek. Zoals pagina 27 die de lezer attendeert op het feit dat onze middeleeuwse steden werden bevolkt door varkens: "De vleesproductie voor de stedelingen - toen al op grote schaal varkens - leverde mest op waarmee de boeren de grond konden verrijken." Of wat dacht je van de bladzijde ervoor? Ik weet wel, historisch niet geheel onwaar (waarom in godsnaam de aanduiding Frankrijk?), maar toch het citeren meer dan waard: "Gent, met zijn naar schatting 50.000 inwoners, was de tweede grootste stad van Frankrijk, in inwonersaantal de evenknie van Londen."
Doch, ik herhaal... een voortreffelijk boek: "In 1303 vroegen de Vlamingen bij paus Bonifatius VIII de oprichting van één of twee aparte bisdommen, 'omdat het grootste deel van het graafschap de Dietse taal hanteert, waardoor het niet mogelijk is het volk op te voeden via de heilzame raadgevingen van de bisschoppen, die zelf de taal niet kennen.' Terloops kan daarbij opgemerkt worden dat Bonifatius zelf, die nochtans in Vlaanderen was geweest, twee jaar voordien de term Gallici Allemani (Duitstalige Fransen) gebruikte om de Vlamingen aan te geven." Bonifatius VIII, of hoe orakels weleer pausen werden.
Nogmaals, een voortreffelijk boek: "Toen de Damse stadsambtenaar Jacob van Maerlant rond die tijd aan zijn didactische Spiegel Historiael in de volkstaal werkte, trachtte hij zich van de in zijn ogen nutteloze dichtkunst te distantiëren, door er onder meer op te wijzen dat ze hoofdzakelijk van Franse makelij was. Dat leverde de bekende zin op: 'Wat Walsch is, valsch is.'" Jacob van Maerlant, of hoe leugenaars weleer literatoren werden.


Eén van de vier boeken in deze band, meer bepaald de publicatie over de ontstaansgeschiedenis van België in 1830 en tegelijkertijd die van de daaraan verbonden mediagroep, werd uitgegeven bij Roularta. Eens zien of het op de redactie aldaar ook zo'n stevige dutters zijn. Onlangs een telefoontje gehad van mijn plaatselijke Standaard Boekhandelboer. Met de vraag of ik wil intekenen op een gecorrigeerde, nieuwe uitgave van '1302: opstand in Vlaanderen'? Tegen eind maart mag ik terug langs bij de boekhandel, op voorwaarde dat ze die ganse Lannoose redactiezooi terstond in de Tieltse vaart kieperen. Met de vormgevers er achterna. De Standaardman zei dat hij ging kijken of hij daar iets aan kon doen. Nog zo'n Vlaamse uitdrukking... Voldoende germanisten daar buiten die momenteel, om den brode, eenvoudige administratieve taken dienen te verrichten en maar al te gaarne enkele appetijtelijke redigeerwerken zouden uitvoeren, me dunkt. Bovendien stromen er in Tielt naar het schijnt enkel beekjes, wat dan weer in het voordeel speelt van die dekselse Lannooredacteuren.

(Op het prentje midden in dit bericht mag men gerust het predicaat van de eerste graaf van Vlaanderen kleven. De man in kwestie: Boudewijn I.)


1302: opstand in Vlaanderen / J.F. Verbruggen en R. Falter. – Tielt : Lannoo, 2010. – 324 p.

Reacties

Anoniem zei…
Ik voel me hier persoonlijk aangesproken, zeker omdat ik nog een paar redactionele opmerkingen heb..
Altijd bereid om bijgeschoold te worden!

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...