
Gelijk deze Ingooigemnaar de maand mei in zijn 'De Maanden' (1940) op aandoenlijke wijze gelijkstelde met het volwassen worden van de lente, vind ik dat Streuvels' pro mei-argumenten door nieuwjaars-, kalender- en seizoenscommissies overal te lande zorgvuldig moeten worden nagelezen: "Nu mag de Mei-koningin hare intrede doen.(...) Voortaan krijgen de dagen hun treffelijke lengte: ' s morgens vroeg klaar en 's avonds laat donker. Het wordt een plezier met de zon in 't venster uit bed te springen, een schande mag het heeten er in te liggen als de kimme reeds in brand staat.(...) Die lenteboodschap is allenthenen over de wereld gegaan - alles en allen doen er aan mede in jubelenden levenslust en uitspattend weeldegewoel.(...) Nu zal het mirakel gebeuren: de wereld wordt opgetooid met bloemen. Op de perzikboomen is 't reeds begonnen: een regen van roze sterretjes; de kerzelaars doen het hen na met een zwerm van hagelwitte bloesem; weldra zal het de beurt zijn van de perelaars, de pruimen, en 't laatst van al komen de appelboomen.(...) En 't geurt alom in hoven en lochtingen, naar goudregen, lieve-Vrouw-bedstroo, jasmijnen die hun roze en witte ruikers hoog in de lucht opsteken en de meidoorn die in bloei staat gelijk besneeuwd - met dikke, witte sneeuwbressen beladen, die een geur uitstoren van verschgebleekt waschtegoed." En op het einde van zijn ode aan de meimaand kon Zijne Nobele Besnorde het niet laten om die sneeuwlelijke januari nog eens extra in de pan om te keren: "Wie kan er aan kwaad weer gelooven als de wereld in feestgroen en bloemen getooid staat, als kalvers en veulens hun gat opsmijten van weelde. Zie den boomgaard: al die witte vluwe op kerzeboomen en perelaars, is dàt misschien sneeuw?!"
Morgen scheren we met zijn allen richting juni en juni brengt, net als tachtig jaar geleden, normaliter de eerste felle zonnehitte "(...) met witte wolken in 't blauw geluchte. Vast weer en warmte."
Morgen scheren we met zijn allen richting juni en juni brengt, net als tachtig jaar geleden, normaliter de eerste felle zonnehitte "(...) met witte wolken in 't blauw geluchte. Vast weer en warmte."
Uit: Streuvels, S., De Maanden, 1941, tweede druk, Tielt, Lannoo, p. 69, 74, 75, 76, 81, 82, 84 en 92.
Reacties