
"Zeer degelijk en kerngezond boerenmeisje met een bovengemiddelde intelligentie die door omstandigheden geen schoolopleiding heeft genoten. Haar vader en grootvader leden jarenlang aan 'maagkrampen'.(...) Ze woonde bij haar broer. Huwelijksaanzoeken sloeg ze konsekwent af: ze 'kon de beslissing niet nemen'; ze 'had angst voor het huwelijk'.(...) Toen ze 47 jaar oud was stierf haar broer. Ze raakte 'overwerkt' en kreeg maagklachten en zag zich spoedig erna genoodzaakt met werken te stoppen. Ze trok van de ene arts naar de andere en kreeg de uiteenlopendste diagnoses, zoals maag- en darmverslapping, verrottingsproces, colitis membranacea, galgruis, leververharding, wandelende nieren, en later ook hysterie. De medicijnen die ze nam waren volgens haar 'vergif', en deze overtuiging bracht haar ertoe in een tijdsbestek van enkele jaren F 10.000 te besteden aan elektrische behandelingen, massages en andere mooie zaken, zodat ze voor haar inkomen afhankelijk werd van liefdadigheidsgiften.(...) Haar behandeling die erop was gericht haar klachten te negeren en haar af te leiden leidde er in de vijf jaar dat ze bij ons was toe dat ze weer dagelijks werkte en ophield te eisen dat wij haar klachten behandelden, dat dan met de kanttekening dat wij er toch niks van begrepen. Zodra men over haar aandoeningen begint, vervloekt ze haar lijden en haar behandeling. Ze kan in een paar seconden weer vriendelijk worden, tot op het erotiserende af."
De patiënte op bovenstaande foto, met de verstard-lieflijke mimiek om het gezicht, heet schizofreen hypochondrisch te zijn. De gevalsbeschrijving zelf is er eentje uit de eindeloze reeks door Emil Kraepelin (1855-1926), Duits psychiater, hoogleraar en psychose-onderzoeker, gediagnosticeerde patiënten.
Van dementia praecox tot de groepen van schizofrenieën: twee pogingen tot begripsbepaling van een psychiatrisch ziektebeeld / E. Kraepelin en E. Bleuler. – Amsterdam : Candide, 1997. - 233 p.
Reacties