"De korte rapportage over ganzen ging over ganzen. Het gedicht gaat over iets anders, het gaat over waar het over gaat."

Na eerst wat medelijden te hebben getoond voor journalisten - want om te weten te komen hoe schapenvlees smaakt, zijn zij de enigen in het schrijvend gelid die het volledige schaap dienen op te eten - gaat dichter-psychiater Rutger Kopland in zijn essay 'De elf geboden' ervan uit dat de lezer van de door de dichter gezochte afgebeelde werkelijkheid uiteindelijk dient te zeggen dat het zo is. Zelf verwoordt hij deze poëziepremisse als volgt: "In een van mijn gedichten vliegen kakelende ganzen over. Ik stelde mij die voor. Ik zal het gedicht citeren en hoop dat u zult denken: ja, inderdaad er vlogen ganzen over."
Wat bedoelde je toen je zei: diepte
dat is een woord voor wat ik nu voel - diepte.
Er vloog een kleine groep ganzen over,
een ijskoude glasheldere hemel in december.
Dat is het wat ik bedoel zei je: ganzen
godvergeten hoog, hun dunne geschreeuw
wat is het, dat alleen zijn samen
dat blinde lot
weten van die diepte die we hemel noemen
het is een heel oud gevoel - een soort medelijden
ouder dan ik
ik heb dit mijn leven lang gezien en gehoord
ik heb als kind gedroomd dat ze me mee wilden nemen
ik weet nu dat ik ergens zou zijn achtergelaten.
We bleven kijken en luisteren.
Rutger Kopland, uit: Over het verlangen naar een sigaret (2001)
Reacties