Doorgaan naar hoofdcontent

IJzergrauw en konijngrijs: dwergen zijn vaak nieuwsgierig...


"Als de slaapkamer de hele dag niet gebruikt wordt kan een konijn zich ook daar eenzaam voelen. Wordt de slaapkamer overdag vaker gebruikt dan is dit een prima plaats voor een konijnenkooi.(...) Waar een konijn echter een hekel aan heeft is lawaai. Of dat nu rock, klassiek of andere muziek is, voor een konijn allemaal lawaai voor zijn gevoelige oren. Liefhebbers van luide muziek dienen dus voor het konijn een ander plaats te vinden, of een koptelefoon te gebruiken.(...) De meeste huisdieren houden ook niet van sigarettenrook. Wordt er in de woonkamer dus stevig gerookt, dan is dit ook niet de ideale plaats voor de kooi.(...) Voor de rust van het dier is het beter de kooi tegen een wand of in een hoek te zetten. Het dier voelt zich dan in de rug gedekt.(...) Het spreekt eigenlijk voor zich, maar ook een plaatsje bij de verwarming is niet aan te bevelen. Toegeven, er zijn nogal wat zaken waar men rekening mee moet houden bij het zoeken naar een plaatsje voor de kooi. Maar voor het welzijn van een dier is een goede huisvesting van zeer groot belang. Net zo belangrijk, of misschien wel belangrijker als voeding."

Als de openbare bibliotheek haar boeken via een tweedehandsmarkt aan de man brengt dan kan je er maar beter vanaf de eerste dag bij zijn. Als je te lang wacht, vind je er doorgaans enkel nog gedateerde reisgidsen waarin het IJzeren Gordijn voor een groot deel van de Europeanen de prijs van een grijs brood bepaalt, onvolledige encyclopediereeksen van de meest onooglijke menselijke lichaamsdelen en series huisdierenboekjes bedoeld voor kinderen die best niet al te veel lawaai maken, nog niet aan de sigaret zijn en verder de keuze wordt gelaten of ze al dan niet voor een leven in bed kiezen. Zeker als ze gaan voor de aanschaf van een dwergkonijn als gezelschapsdier. Tachtig bladzijden do's-and-don'ts voor een optimale behandeling van die schattige twee-oren in handen van de allerkleinsten.
Tegenwoordig zet je het dier terug in een veel te klein hok middenin een doorrookte woonkamer waar de muziek loeihard staat en voortdurend volk aan- en afloopt. Dwergkonijn gestrest? Voorzekers! Een stevige scheut relaxatiekorrels van Sanal, oorspronkelijk uitsluitend bedoeld voor katten en honden dus wat doses betreft zeker voldoende, en je maakt van je konijn een voortdurende bezienswaardigheid waar krijsende kinderen, gevoelige koulijders en pafferige thuiszitters ook iets aan hebben. Zeg nooit dat de openbare bibliotheek niet informeert!


Het dwergkonijn als gezelschapsdier / R. Dekker en J. Balder. – Nieuweschans : Etiko, 1996. - 80 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...