
Een god in de gedaante van een uil
verblijft op zolder.
Wij luisteren naar het krassen van zijn klauwen
en dankbaar vinden we op tafel
zijn smakelijke uitwerpselen.
Miroslav Holub, uit: De geboorte van Sisyphus : een keuze uit de gedichten en andere teksten 1958-1998 (2008)
Toen ik afgelopen maandag de biografische mastodont 'Theun de Vries : een schrijversleven. 1907-1945' bij mijn plaatselijk postpunt ging ophalen, kwam mijn dankbaarheid aanvankelijk niet verder dan die uit bovenstaande, beeldrijke verzen. En dat is vandaag, wanneer ik mijn best doe dit blogbericht te vervolledigen, nog voor geen meter verbeterd.
Met een zelfgekozen service flatovergang en de geboorte van een allereerste achterkleinzoon in 't verschiet dienen ze bij het charmante en zeer uitvoerige berichtenblad 'De Leeswolf' beter te weten. Drie weken krijgt een ongeoefend, en dromend van vloeiend uit de pen rollende recensies, meningenoudje om een dergelijke klus te klaren. Een voltijds renteniersleven als eigenaar van verschillende appartementen in de buurt van onze Vlaamse kustwateren, diverse onbetaalde mandaten in beheerraden van door de inspectie nooit gecontroleerde vzw's en de erbarmelijke rug van iemand die bijna dubbel zo oud is als de gezegende leeftijd waaraan ik ben verslingerd, brengen me bij zulk een bericht bijna in de buurt van een zoveelste hartkwaal.
Niks en niemand houden dezer dagen nog rekening met een zich voortslepende, trage oude knar. Zo ook niet de meer dan tweeduizend voetnoten waarmee historicus Jan van Galen, de in mijn ogen nu al verdienstelijke De Vries' biograaf, het eerste deel van zijn immense biografie wist af te sluiten. Als herkauwende Belgische witblauwen staren ze me van achteraan deze vuistdikke levensbeschrijving keihard aan. Hopelijk moet ik na twee nachten nog niet aan het oude peteninfuus want op het intakegesprek dat aan de toewijzing van mijn eigen service flat voorafging, loog ik de ambtenaar een prima bloeddruk voor.
Enfin, ik zie wel. Morgen om een verse stoel en naar een schriftelijk bericht over de aangekondigde indexsprong kunnen mijn tweede verblijfhuurders aan zee ook fluiten. Hun klachten verwijs ik rechtstreeks door tot in de muil van de grote, boze leeswolf.
Reacties