
Gij zijt een bloem, een lichte roode bloem
in donkre kamer 's nachts, een bloem, een bloem-
vèr òm der stede opschokkend gedoem,
dicht òm der stilte suiskokend gedoem-
een lichte roode bloem, een witte bloem.
Gij zijt mijn hart, mijn eenzaam levend hart,
de daden van mijn lijf slaan rondom hard,
wreed klaterende stem veinst vreugd en smart,
bliksemt mijn lijf, maar binnen is 't al zwart-
eenzaam in mij leeft gij, mijn levend hart.
Gij zijt zoo donker en toch vlak bij mij-
een bloem voor oogen en een hart in mij-
ik zoek te zeggen hoe 'k verlangen lij.
Bij de mooie, prestigieuze Perpetua reeks (Athenaeum-Polak & Van Gennep) - bedoeling is om de honderd meest voor de hand liggende literaire werken in één reeks Nederlandse vertalingen te gieten - werd in 2010 Herman Gorters 'Verzen' geschoven. Het nawoord over het gevoelsengagement van deze bekende Tachtiger is er eentje van zijn latere Nederlandse beroepsgenoot Kees 't Hart. In de tijd dat 'Verzen' tot stand kwam, kende de sportcarrière van Gorter hoge pieken. Ook tijd- en vakgenoot Willem Kloos mat de piekharige dichter eerder het uiterlijk van een voetballer dan dat van een dichter toe. 't Hart zelf omschrijft het metier van Gorter als "zo'n sportjongen met zo'n sportjongens bebopkop met haar die zulke dingen zomaar opschreef." En ja, dan volgt de automatische vraag hoe zo iemand zulke gedichten kon schrijven? Voor de inwoners van het toenmalige Nederlandse Amersfoort eveneens een raadsel: "Je kon Gorter, leraar klassieke talen nota bene, in de tijd van Verzen zien (en horen!) hardlopen in de straten van Amersfoort. 'Hij rook naar hooi en Noord-Westen-wind,' schrijft een oude vriend veel later. Hij rook gewoon naar sport, hij voelde naar sport. Hij was een sporter in poëzie, een dichter van lichamelijkheid.(...) Gorter sportte altijd, uit lichamelijk verlangen, en ook nog uit principe, bij hem was het nu eenmaal altijd alles of niks. O, maak van Gorter geen filosoof, en red hem, red hem van de metafysica!"
Meer lijf en minder metafysica dan in bovenstaannd gedicht valt in 'Verzen' amper te bespeuren.
Meer lijf en minder metafysica dan in bovenstaannd gedicht valt in 'Verzen' amper te bespeuren.
Reacties